Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Autostand

In de A (Auto-stand) kunnen de macrostand (A 49) en de belichtingscompensatie
(A 33) worden toegepast en kunnen foto's worden gemaakt met de flitsstand (A 29)
en de zelfontspanner (A 32).
Als u op de knop d drukt in de A (Auto-stand), kunt u alle opties in het menu
met opnamestanden (A 50) instellen aan de hand van de
opnameomstandigheden.
1
Druk op A om het menu met
opnamestanden te openen.
• Het menu met opnamestanden wordt
weergegeven.
2
Druk op H of I van de multi-selector om A
te selecteren en druk op k.
• De camera schakelt nu over naar de stand A (autostand).
• Klap de ingebouwde flitser uit bij gebruik van de flitser.
• Stel de flitsstand (A 29), de zelfontspanner (A 32),
de belichtingscompensatie (A 33) en de macrostand
(A 49) in op basis van de opnameomstandigheden.
• Druk op d om het opnamemenu weer te geven en stel
de opties in het opnamemenu in op basis van de opnameomstandigheden (A 50).
3
Kadreer het onderwerp en druk af.
• De camera stelt scherp op het onderwerp
in het midden van het beeld.
D
Scherpstelvergrendeling
Als de camera scherpstelt op een onderwerp in het midden van het kader, kunt u de scherpstelvergrendeling
gebruiken om scherp te stellen op een onderwerp dat zich niet in het midden bevindt.
• De afstand tussen de camera en het onderwerp mag niet veranderen terwijl de scherpstelling is vergrendeld.
• Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de belichting vergrendeld.
Kadreer het
onderwerp in het
midden van de
monitor.
48
14
14
Druk de
Wacht tot het
ontspank
scherpstelveld
nop half
groen wordt.
in.
1/125 F3.5
1/125
F3.5
Blijf de ontspanknop
half ingedrukt
houden en pas de
kadrering aan.
Autostand
1/125 F3.5
1/125
F3.5
Druk de
ontspanknop
helemaal in.
14 14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave