5
Nadat u alle foto's hebt gemaakt, drukt u op
k.
• De camera keert terug naar stap 2.
B
Panorama assist
• Stel de flitsstand, de zelfontspanner, de macrostand en de belichtingscompensatie in voordat u de
eerste foto gaat maken. Deze instellingen kunnen niet worden gewijzigd nadat de eerste foto is
gemaakt. Het is niet mogelijk om foto's te verwijderen, de zoomstand te wijzigen of de instelling
Beeldkwal./form (A 51) aan te passen nadat de eerste foto is gemaakt.
• De reeks foto's voor het panorama wordt beëindigd als de camera tijdens de opname stand-by
wordt gezet via de functie Automatisch uit (A 108). Het wordt aanbevolen om de tijdsduur
waarna de functie Automatisch uit wordt ingeschakeld, te verlengen.
D
Opmerking over R
Alle foto's voor een panorama worden gemaakt met dezelfde
instellingen voor witbalans, belichting en scherpstelling.
Nadat de eerste opname is gemaakt, wordt R
weergegeven om aan te geven dat belichting, witbalans en
scherpstelling zijn vergrendeld.
D
Panorama Maker
Installeer Panorama Maker vanaf de meegeleverde Software Suite-cd.
Zet foto's over naar een computer (A 82) en gebruik Panorama Maker (A 86) om ze samen te
voegen tot één panorama.
D
Meer informatie
Zie "Namen voor afbeeldingsbestanden en mappen" (A 123) voor meer informatie.
Onderwerpafhankelijke opnamestanden (onderwerpstand)
Einde
Einde
11 11
Einde
13 13
Einde
43