C
De instelling van de flitsstand
De standaardinstelling van de flitsstand is afhankelijk van de opnamestand.
• G (eenvoudige autostand): U Automatisch
• Onderwerpstand: de standaardinstelling is afhankelijk van het onderwerpmenu (A 35).
• F stand (slim portret): U Automatisch
• Stand d (sport continu): W Uit (vergrendeld)
• A (automatisch): U Automatisch
De flitser kan niet tegelijkertijd met bepaalde andere functies worden gebruikt.
➝ Camera-instellingen die niet tegelijkertijd kunnen worden ingeschakeld (A 58)
Wanneer de opnamestand in de stand A (automatisch) (A 48) staat, wordt de gewijzigde
flitsinstelling opgeslagen, zelfs als de camera is uitgeschakeld.
C
Rode-ogenreductie
Deze camera is voorzien van een geavanceerd systeem voor rode-ogenreductie.
De flitser geeft vóór de hoofdflits enkele voorflitsen met lage intensiteit af om het rode-ogeneffect te
verminderen.
Als de camera "rode ogen" detecteert nadat de foto is genomen, wordt het beeld in de camera
bewerkt door Nikons geavanceerde rode-ogencorrectie.
Let op het volgende wanneer u rode-ogenreductie gebruikt:
• Omdat er voorflitsen worden afgegeven voordat de foto wordt gemaakt, is er een korte vertraging
tussen het moment waarop de ontspanknop wordt ingedrukt en het moment waarop de foto
wordt gemaakt.
• De tijd die is vereist om foto's op te slaan neemt enigszins toe.
• Rode-ogenreductie leidt niet altijd tot het gewenste resultaat.
• In enkele zeer uitzonderlijke gevallen worden andere delen van de foto aangetast. Gebruik in die
gevallen een andere flitsstand dan Automatisch met rode-ogenreductie.
De flitser gebruiken
31