Stap 1: Zet de camera aan en selecteer de stand G (Eenvoudige autostand)
Aanduidingen in de stand G (eenvoudige autostand)
Opnamestand
In de eenvoudige autostand wordt automatisch
de stand U, e, f, g, h, i of
j geselecteerd afhankelijk van het huidige
onderwerp en de huidige compositie.
Aanduiding intern geheugen
Opnamen worden
opgeslagen in het interne
geheugen (circa 43 MB).
Als een geheugenkaart is
geplaatst, wordt C niet
weergegeven en worden
foto's op de geheugenkaart
opgeslagen.
Beeldkwal./form
Geef het beeldformaat en de beeldkwaliteit (compressie) weer die zijn ingesteld
in het menu voor Beeldkwal./form. De standaardinstelling is L 4000×3000.
De aanduidingen en foto-informatie op de monitor tijdens opname en weergave worden
slechts enkele seconden weergegeven (A 101). In de stand-bystand is de monitor
uitgeschakeld. U kunt de monitor inschakelen door op een van de volgende knoppen te
drukken (A 108): hoofdschakelaar, ontspanknop, knop A of knop b (filmopname).
C
Beschikbare functies in de eenvoudige autostand
• Wanneer de camera op het gezicht van een persoon wordt gericht, herkent deze automatisch het
gezicht en stelt hierop scherp (A 24, 28).
• De zelfontspanner (A 32) en belichtingscompensatie (A 33) zijn beschikbaar.
• De knop voor de macrostand (A 11, 49) op de multi-selector is niet beschikbaar. Hiermee wordt
overgeschakeld naar de macrostand als de onderwerpstand Close-up wordt gekozen door de camera.
• Beeldkwal./form (A 51) kan worden gewijzigd door op d te drukken.
C
Opmerking over de flitser
Wanneer de ingebouwde flitser is ingeklapt, is de flitserinstelling vast ingesteld op Uit en wordt W
weergegeven boven in de monitor. In situaties waarin de flitser nodig is, bijvoorbeeld op donkere
locaties of als het onderwerp van achteren wordt belicht, moet u niet vergeten de ingebouwde
flitser met de hand uit te klappen (A 6, 29).
D
Opmerkingen over vibratiereductie en bewegingsdetectie
• Zie Vibratiereductie (A 104) of Bewegingsdetectie (A 105) in het setup-menu (A 93) voor meer informatie.
• Zet Vibratiereductie op Uit bij gebruik van een statief.
Pictogram voor bewegingsdetectie
Verminder onscherpte als gevolg van een
bewegend onderwerp of cameratrilling.
Pictogram voor vibratiereductie
Verminder de effecten
van cameratrilling.
Filmopties
Geeft de filminstelling weer
die wordt gebruikt bij het
opnemen van films (A 77).
14
14
Druk op de knop b
(filmopname) om films op
te nemen (A 73).
21