De flitser gebruiken
Op donkere locaties of als het onderwerp van achteren wordt belicht, kunt u foto's
maken met de flitser door de ingebouwde flitser uit te klappen.
• De flitser heeft een bereik van ongeveer 0,5 tot 5,5 m als de camera helemaal is
uitgezoomd, en van ongeveer 1,5 tot 3,5 m als de camera helemaal is ingezoomd.
• Als de ingebouwde flitser is uitgeklapt bij gebruik van de eenvoudige autostand
(A 20), stelt de camera automatisch de flitsstand in op basis van de
vastgestelde onderwerpstand. Wanneer de ingebouwde flitser is ingeklapt,
verandert de flitserinstelling in Uit en wordt W weergegeven boven in de
monitor.
Een flitsstand selecteren
Bij gebruik van de automatische stand (A 48), bepaalde onderwerpstanden
(A 35) of de slimme portretstand (A 44), zijn de volgende flitsstanden
beschikbaar.
U
Automatisch
Bij weinig licht wordt automatisch de flitser gebruikt.
V
Automatisch met rode-ogenreductie
Vermindert "rode ogen" in portretten (A 31).
W
Uit
De flitser wordt niet gebruikt, ook niet bij weinig licht.
X
Invulflits
De flitser wordt bij elke foto gebruikt. Gebruik deze stand om schaduwen en
onderwerpen met tegenlicht "in te vullen" (te verlichten).
Y
Lange sluitertijd
De automatische flitsstand wordt gecombineerd met een lange sluitertijd.
De flitser verlicht het hoofdonderwerp. De lange sluitertijd wordt gebruikt om in het
donker of bij weinig licht de achtergrond vast te leggen.
1
Klap de ingebouwde flitser uit (A 6).
• Als de ingebouwde flitser is ingeklapt, is deze vast
ingesteld op W (Uit).
29