Onderwerpafhankelijke opnamestanden (onderwerpstand)
De camera-instellingen worden automatisch geoptimaliseerd voor het
geselecteerde type onderwerp. De volgende onderwerpstanden zijn beschikbaar.
b Portret
c Landschap
e Nachtportret
f Party/binnen
Een onderwerpstand selecteren
1
Druk op A in de opnamestand om
het menu met opnamestanden
weer te geven en gebruik H of I
van de multi-selector om een
onderwerpstand te selecteren.
• Het pictogram van de als laatste
gebruikte onderwerpstand wordt
weergegeven. b (Portret) is de standaardinstelling.
2
Druk op K, druk op H, I, J of K van de
multi-selector om een onderwerpstand te
selecteren en druk vervolgens op k.
• Het opnamescherm voor de geselecteerde
onderwerpstand wordt weergegeven.
• Functies ➝ (A 36)
3
Kadreer het onderwerp en druk af.
• Bij onderwerpstanden waarbij gebruik
wordt gemaakt van de flitser, moet u niet
vergeten de ingebouwde flitser uit te
klappen voordat u de opname gaat
maken.
D
Beeldkwal./form
Bij gebruik van de onderwerpstand kunt u Beeldkwal./form (A 51) instellen door op d te
drukken. Als de instelling voor de stand Beeldkwaliteit/-formaat wordt gewijzigd, wordt de nieuwe
instelling ook op de andere opnamestanden toegepast (behalve de stand Sport continu).
g Strand/sneeuw
h Zonsondergang
i Schemering
j Nachtlandschap
k Close-up
u Voedsel
l Museum
n Kopie
o Tegenlicht
p Panorama assist
Portret
Strand/sneeuw
14 14
35