B
De batterijen verwijderen
Zet de camera uit en controleer of het camera-aan-lampje en de monitor uit zijn voordat u het
deksel van het batterijvak/de kaartsleuf opent.
B
Extra voorzorgsmaatregelen met betrekking tot batterijen
• Lees de waarschuwingen en opmerkingen en neem deze in acht (A iii, 119).
• Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen voor de batterij op pagina iii en in het
gedeelte "De batterij" (A 119), en neem ze in acht.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen of batterijen van verschillende merken of typen door elkaar.
• Batterijen met de volgende defecten kunnen niet worden gebruikt:
Afbladderende batterijen
B
Opmerkingen over de oplaadbare NiMH-batterijen EN-MH2
Bij gebruik van batterijen EN-MH2 in de COOLPIX L110, laadt u de NiMH-batterijen met vier tegelijk
op met behulp van batterijlader MH-73 (A 114, 122).
B
Batterijtype
U verbetert de prestaties van de batterijen door het type batterij dat momenteel in de camera is
geplaatst (A 114) te selecteren in het setup-menu (A 93).
De standaardinstelling is het type batterij dat bij aanschaf is meegeleverd. Als een ander type batterij
wordt gebruikt, schakelt u de camera in en wijzigt u de instelling.
C
Alkalinebatterijen
De prestaties van alkalinebatterijen kunnen sterk variëren afhankelijk van de fabrikant. Kies een betrouwbaar merk.
C
Alternatieve voedingsbronnen
Als u de camera gedurende langere perioden continu van stroom wilt voorzien, maakt u gebruik van
een EH-67 lichtnetadapter (afzonderlijk verkrijgbaar) (A 122). Gebruik in geen geval een
lichtnetadapter van een ander merk of model. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt,
kan dit leiden tot oververhitting of beschadiging van de camera.
C
Automatische uitschakeling (stand-bystand)
Als de camera gedurende een vooraf ingestelde tijdsduur niet wordt bediend, gaat de monitor uit,
knippert het camera-aan-lampje en wordt de stand-bystand van de camera geactiveerd. Na nog eens
drie minuten wordt de camera automatisch uitgeschakeld via de functie Automatisch uit.
• Tijdens opnemen of weergeven wordt de camera op stand-by gezet als gedurende 30 seconden
geen bewerking wordt uitgevoerd (standaardinstelling).
• In de stand-bystand is de monitor uitgeschakeld en knippert het camera-aan-lampje. U kunt de
monitor inschakelen door op een van de volgende knoppen te drukken: hoofdschakelaar,
ontspanknop, knop A, knop c of knop b (filmopname).
• De tijdsduur waarna de camera zichzelf in de stand-bystand zet, wordt bepaald door de instelling
Automatisch uit (A 108) in het setup-menu (A 93).
C
Lensfout
Als Lensfout wordt weergegeven, controleert u of de objectiefdop is verwijderd en schakelt u de
camera vervolgens opnieuw in.
Batterijen waarvan de isolatie het
gebied rond de minpool niet afdekt.
De batterijen plaatsen
Batterijen met een
platte minpool
15