Inhoudsopgave
Advertenties
Probleem
Symptoom
Scherpstel-
signaal is
rood.
Opnamen zijn
niet scherp.
De opnamen
zijn bij weinig
licht zonder
flits gemaakt.
Bij flitsgebruik
Het onderwerp ligt buiten het flitsbereik:
worden de
(blz. 33).
opnamen te
donker.
Onderwerp
Bij opnamen op korte afstand werd beeld-
staat binnen
uitsnede bepaald via zoeker. Parallax doet
beeld te ver
zich gelden bij onderwerpen dichter bij dan
naar rechts.
1 m in groothoekstand, 3 m in telestand.
Deel van het
Zoeker werd
beeld valt weg
gebruikt om
achter een
de foto te
donker object.
maken.
Lijkt de camera niet normaal te werken, zet hem dan uit, haal de batterij eruit en plaats hem terug of
verbreek en herstel de lichtnetaansluiting. Zet de camera altijd uit met de hoofdschakelaar, anders
bestaat de kans dat de geheugenkaart beschadigd raakt en/of de camera-instellingen allemaal in de
basisstand worden teruggezet.
Oorzaak
Onderwerp is te dichtbij.
Speciale scherpstelsituatie,
waarin camera niet goed
kan scherpstellen (blz. 31).
Lange sluitertijden geven
'bewogen' opnamen wan-
neer er uit de hand wordt
gefotografeerd.
Het objectief werd gedeel-
telijk afgedekt door een
vinger of iets anders.
Oplossing
Let goed op dat onderwerp bin-
nen scherpstelbereik ligt (blz. 30).
Gebruik scherpstelvergrendeling
om in te stellen op ander onder-
werp op gelijke afstand (blz. 30).
Gebruik een statief, verhoog de
cameragevoeligheid (blz. 52) of
schakel de ingebouwde flitser in
(blz. 32).
Ga dichter bij het onderwerp of
verhoog de cameragevoeligheid
(blz. 52).
Gebruik bij opnamen op korte
afstand altijd de LCD-monitor.
Let bij het gebruik van de zoeker
goed op dat u het objectief niet
afdekt.
123
Advertenties
Inhoudsopgave
