03 Klimaatregeling
Algemene informatie over de klimaatregeling
Geventileerde voorstoelen (Executive)
03
Bediening van ventilatie voorstoelen.
Het ventilatiesysteem bestaat uit ventilatoren
in de zittingen en de rugleuningen die lucht
door de bekleding heen aanzuigen. Naarmate
de lucht in het interieur kouder is, neemt het
koelingseffect toe.
De ventilatie is bij te regelen met een bedie-
ningsknop op de zijkant van de voorstoelen en
kent drie mogelijke standen.
Om de ventilatie van de stoel te starten:
–
Druk kort op
.
Om de ventilatie in stapjes te verhogen:
–
Druk kort op
.
96
Voor maximale ventilatie:
–
Houd
ca. 2 seconden lang ingedrukt.
Om de ventilatie in stapjes te verlagen:
–
Druk kort op
.
Om de ventilatie uit te schakelen:
–
Houd
ca. 2 seconden lang ingedrukt.
Het is mogelijk de stoelventilatie te combineren
met de elektrische stoelverwarming. U kunt de
functie bijvoorbeeld gebruiken om uw kleding
van vocht te ontdoen.
Het ventilatiesysteem is te activeren, wanneer
de motor loopt.
N.B.
Wie tochtgevoelig is dient de stoelventilatie
met beleid te gebruiken. Voor langdurig
gebruik wordt comfortniveau I geadviseerd.
BELANGRIJK
Bij een interieurtemperatuur lager dan 5°C
is het niet mogelijk de stoelventilatie in te
schakelen. Dit om te voorkomen dat de
inzittende die op de bewuste stoel zit het te
koud krijgt.
Achterbankverwarming buitenste
zitplaatsen (Executive)
Knop voor in-/uitschakeling achterbankverwar-
ming.
De achterbankverwarming is te bedienen met
de knop op de bovenstaande afbeelding. Ach-
ter op de beide zijkanten van de middencon-
sole zit voor beide buitenste zitplaatsen een
knop.
Om de achterbankverwarming te starten:
–
Druk op de knop.
> Het lampje in de knop gaat branden.
Om de verwarming uit te schakelen:
–
Druk op de knop.
> Het lampje dooft.