06 Starten en rijden
Tanken
een zo hoog mogelijk octaangetal te gebruiken.
Dit om optimale prestaties en een zo laag
mogelijk brandstofverbruik te verkrijgen.
BELANGRIJK
•
Tank alleen loodvrije benzine om
schade aan te katalysator te voorko-
men.
•
Giet geen additieven (dopes) in de ben-
zine zonder het uitdrukkelijke advies
van Volvo.
Katalysator
De katalysator heeft tot taak de uitlaatgassen
te reinigen. Hij is dicht bij de motor in het uit-
laatsysteem gemonteerd om snel op tempera-
tuur te komen. De katalysator bestaat uit een
monoliet (keramiek of metaal) met kanalen. De
06
wanden van de kanalen zijn bekleed met pla-
tina/rodium/palladium. Deze edelmetalen heb-
ben een katalytische werking, d.w.z. ze ver-
snellen een chemische reactie zonder dat ze
daar zelf actief aan deelnemen.
1
Dieselolie kan een bepaalde hoeveelheid RME bevatten. Het is niet toegestaan meer toe te voegen.
148
TM
Lambdasonde
(zuurstofsensor)
De lambdasonde maakt deel uit van het regel-
systeem dat tot taak heeft de uitstoot te beper-
ken en de energie-inhoud van de brandstof
beter te benutten.
Een zuurstofsensor registreert het zuurstofge-
halte van de uitlaatgassen die de motor verla-
ten. De meetwaarde van de uitlaatgasanalyse
wordt doorgegeven aan het elektronische sys-
teem dat continu de injectoren afregelt. Het
lucht-brandstofmengsel dat de motor krijgt,
wordt continu bijgesteld. De regeling schept de
ideale omstandigheden voor een effectieve
verbranding van de schadelijke stoffen (kool-
waterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxiden)
in de driewegkatalysator.
Dieselolie
De dieselolie moet voldoen aan de norm NEN-
EN 590 of JIS K2204.
BELANGRIJK
Het is alleen toegestaan brandstof te
gebruiken die voldoet aan de Europese
norm voor dieselolie.
BELANGRIJK
Maak geen gebruik van de volgende diesel-
olie-achtige brandstoffen: speciale toevoe-
gingen (dopes), scheepsolie, stookolie,
1
RME
(biodiesel) of plantaardige olie. Der-
gelijke brandstoffen voldoen niet aan de
kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan-
leiding tot verhoogde vormen van slijtage en
motorschade die niet worden gedekt door
de garanties van Volvo.
Dieselmotoren zijn gevoelig voor verontreini-
gingen zoals een te hoog gehalte aan zwavel-
deeltjes. Maak alleen gebruik van dieselolie
van gerenommeerde oliemaatschappijen. Giet
nooit dieselolie van twijfelachtige kwaliteit in de
tank.
Bij lage temperaturen (–40 °C tot –6 °C) kan de
paraffine in de dieselolie uitvlokken. Dit kan tot
startproblemen leiden. De grote oliemaat-
schappijen produceren speciale dieselolie
bestemd voor gebruik bij buitentemperaturen
rond het vriespunt. Deze brandstof is dunner
bij lage temperaturen en beperkt de kans op
vlokvorming in het brandstofsysteem.