02 Instrumenten, schakelaars en bediening
Controle- en waarschuwingssymbolen
N.B.
TIJD VOOR REG.
02
Wanneer de melding
SERVICE
verschijnt, kunt u het waarschu-
wingslampje laten doven en de melding ver-
wijderen met de knop READ. De melding
verdwijnt automatisch als u 2 minuten niets
doet.
Controlelampjes
Storing in ABS
Als het symbool brandt, is het sys-
teem defect. Het normale remsys-
teem van de auto werkt dan nog
wel, zij het zonder ABS-regeling.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
3. Volvo adviseert u naar een erkende Volvo-
werkplaats te rijden voor een controle van
het ABS-systeem, als het lampje blijft
branden.
58
Storing in remsysteem
Als het symbool oplicht, is het rem-
vloeistofpeil mogelijk te laag.
1. Breng de auto op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer het peil in het rem-
vloeistofreservoir, zie pagina 222.
2. Als de vloeistof onder het MIN-merkje van
het reservoir staat, kunt u beter niet verder
rijden met de auto. Laat de auto wegsle-
pen. Volvo adviseert u de auto naar een
erkende Volvo-werkplaats te laten slepen
voor een controle van het remsysteem.
Als de waarschuwingslampjes
voor het remsysteem en ABS tege-
lijkertijd branden, kan er een sto-
ring in de remkrachtverdeling zijn
opgetreden.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
•
Rijd verder als beide symbolen uitgaan.
•
Als de lampjes echter blijven branden,
moet u het peil in het remvloeistofreservoir
controleren, zie pagina 222.
•
Als de lampjes blijven branden ondanks
dat het peil van de remvloeistof in orde is,
moet u de auto uiterst voorzichtig naar een
erkende Volvo-werkplaats rijden om het
remsysteem te laten controleren.
•
Als de vloeistof lager staat dan het MIN-
streepje van het remvloeistofreservoir
dient u niet verder te rijden met de auto.
Laat de auto naar een erkende Volvo-werk-
plaats slepen om het remsysteem te laten
controleren.
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslampjes voor het
remsysteem en ABS tegelijkertijd branden,
bestaat het gevaar dat de achtertrein bij
krachtig remmen gaat slippen.
Gordelwaarschuwing
Het lampje brandt, als de bestuur-
der of de voorpassagier geen vei-
ligheidsgordel draagt.