De klasse van de lus selecteren
Selecteer de klasse van de lus (nL) om het paneel te configureren conform de
bedradingstopologie die u heeft geselecteerd: Klasse A (ring) of Klasse B (bus).
Klasse A wordt aanbevolen om redundantie in het communicatiepad te bieden.
Klasse B kan alleen worden gebruikt voor herhaalpanelen zonder
bedieningseisen.
Standaard maakt de basisinstelling gebruik van Klasse B voor de basis
herhaalfunctionaliteit.
Verwerking voor nevengroepen in het alarm selecteren
De instelling om al dan niet nevenzones in het alarm (nP) te verwerken,
selecteren
Deze instelling laat u bepalen of de centrale het alarm inschakelt en daarop
reageert of niet met iedere nevenzone buiten het bepaalde zonebereik. Deze
optie stelt u in staat om:
•
Een groot conventioneel systeem (met 10, 12, 16 of meer groepen) te maken
waarin iedere verbinding verschillende globale groepen heeft om alleen de
lokale groep in het alarm aan te geven
•
Een systeem te maken waarbij de alarmindicaties lokaal op het paneel dienen
te zijn (nP dient inactief te zijn)
Standaard is het verwerken van nevengroep alarmeringen (nP) actief (ON).
Specificeer het herhaaltype van het brandmeldnetwerk
Kies de type-instelling voor het herhaalpaneel van het brandmeldnetwerk (nr)
wanneer u deze wilt gebruiken om de paneelstatus te tonen in plaats van de
groepstatusinformatie. (nr = Pn).
Wanneer de centrale is ingesteld om de status van andere panelen te herhalen,
tonen de groepsindicaties algemene informatie van de paneelstatus: de rode
groeps LED geeft het paneel in het netwerk aan dat een alarm voortbrengt
(automatisch of handmatig) en de gele groeps LED toont welk paneel in storing,
testmodus of uitgeschakeld is.
De groepsherhaalpanelen worden standaard gebruikt (nr = 2n)
Uitvoerbediening op afstand voor het Brandmeldnetwerk
Stel de nevenuitvoerbediening (nO) van het brandmeldnetwerk in op AAN
wanneer u wilt dat de adresseerbare centrale in het brandmeldnetwerk de uitvoer
van de conventionele centrale beheert (signaalgevers, doormelding,
storingswaarschuwingsuitgangen en uitbreidingskaartuitgangen) met
geavanceerde programmeringsopties.
Raadpleeg de documentatie van de adresseerbare centrale (met informatie over
de configuratiesoftware) voor dit soort geavanceerde configuratie.
1X-E4-serie Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
59