Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Passieve einde lusweerstand met CleanMe [1]
Actieve einde lusweerstand met CleanMe [1]
Intrinsiek veilige groep [1][2]
[1] Optie is niet beschikbaar als EN 54-13-bewaking is ingeschakeld.
[2] Standaard worden groepen met even nummers als handmatig ingesteld
en groepen met oneven nummers als automatisch.
Groepvertraging
Gebruik dit menu om de groepvertragingen voor elke groep in uw brandalarm- en
ontruimingssysteem te configureren, in- of uit te schakelen. Als de
groepvertraging AAN is, wordt door elke uitgangactivering (doormelding en
uitbreidingskaartuitgangen) bij melding van een alarm in deze groep, een
vertraging overwogen alvorens tot activering over te gaan. De standaardinstelling
voor alle groepen is AAN.
Voor een standalone centrale geeft u de groep op met behulp van het
groepsnummer.
Als de centrale zich in een brandmeldnetwerk bevindt, kunt u unieke
groepnummers aanmaken door een uniek startnummer op te geven voor de
eerste groep in elk paneel. Als de eerste groep bijvoorbeeld nummer 101 is,
heeft groep 04 nummer 104.
In een brandmeldnetwerk waarin de centrale is ingesteld om via externe groepen
te worden geactiveerd, kunt u "anderen" invoeren om de vertraging voor externe
groepen te selecteren.
Zie voor meer informatie het onderwerp "Configuratie voor brandmeldnetwerk en
herhaalpanelen" op pagina 53.
Ga als volgt te werk om de groepvertraging te configureren:
1. Stel het display in zoals hieronder is aangegeven en druk vervolgens op
Enter.
2. Selecteer de groep (bijvoorbeeld groep 1) en druk vervolgens op Enter.
— of —
Kies "anderen" om de externe groepen te selecteren.
44
1X-E4-serie Installatiehandleiding