Weergave
Beschrijving
Uitvoerbediening op afstand voor
het Brandmeldnetwerk
[1] De basis configuratie-instellingen kunnen worden vervangen door een aangepaste serie van
specifieke communicatiepanelen, een brandmeldnetwerkgroep geheten, en een te herhalen serie
van panelen, een brandnetwerkherhaalpaneelgroep geheten. Wanneer de configuratie wordt
gewijzigd door nM of rM aan te passen, is de weergegeven waarde voor het aantal knooppunten
(nn) in het brandmeldnetwerk Cu, wat aangeeft dat het om een aangepaste netwerkconfiguratie
gaat.
Het brandmeldnetwerk en de herhalingsgroepen configureren
Configureer, wanneer de centrales in het systeem alle knooppunt-ID's opvolgend
hebben genummerd (beginnend vanaf 1) of wanneer de centrales geen
informatie van alle andere panelen herhalen, de nM (brandmeldnetwerkgroep) en
rM (Brandnetwerkherhaalpaneelgroep).
Configuratie van de Brandnetwerkgroep (nM)
Iedere centrale in het brandmeldnetwerk kan worden geconfigureerd om
gebeurtenissen in groepen op afstand te tonen en te reageren alsof de
gebeurtenissen plaatsvinden in de lokale groepen, voor de groepen die zich
binnen het bereik van de centrale bevinden. Het groepsbereik in de centrale is
bepaald door de initiële zone (offset) en het type centrale. De globale
groepsnummers kunnen 1 tot 9999 zijn.
Dit betekent dat voor een vier-groeps ontruimingspaneel het initiële
groepsnummer tussen 1 en 9996 liggen. Een vier-groeps ontruimingspaneel
met een initieel groepsnummer van 100 heeft groepen van 100 tot 103.
De brandmeldnetwerkgroep (nM) definieert alle centrales die communiceren
met het geconfigureerde paneel. Dit stelt u in staat om subnetwerken in het
brandmeldnetwerk te maken. Wanneer u bijvoorbeeld vier panelen als volgt in
een brandmeldnetwerk heeft:
•
Paneel ID 1 met nM actief voor verbinding 1 en 2
•
Paneel ID 2 met nM actief voor verbinding 1 en 2
•
Paneel ID 20 met nM actief voor verbinding 20 en 32
•
Paneel ID 32 met nM actief voor verbinding 20 en 32
Panelen 1 en 2 zien elkaar in één subnetwerk en panelen 20 en 32 zien elkaar
in een ander subnetwerk. Alleen een brandmeldnetwerk open lusstoring voor
netwerken van Klasse A wordt gedeeld tussen twee subnetwerken.
Configuratie van herhaalgroep (rM)
Iedere centrale in het brandmeldnetwerk kan de informatie van andere
knooppunten die onderdeel van de groep uitmaken, herhalen.
Een individueel paneel of verschillende panelen kunnen worden herhaald op
hetzelfde moment (inclusief adresseerbare panelen) door de herhaalgroep te
definiëren.
1X-E4-serie Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Waarde
AAN/UIT
Standaard: UIT
57