3. Druk op Enter.
4. Sla uw wijzigingen op.
Hieronder vindt u een lijst met geselecteerde configuratieinstellingen voor de
bedieningsmode. Zie Bijlage A "Vooraf ingestelde configuratiewaarden" op
pagina 77 voor een uitgebreide lijst met alle beschikbare configuratieinstellingen
en -kenmerken.
Tabel 19: Veelgebruikte configuratie- voorinstellingen van de bedieningsmode (EN 54-13
uitgeschakeld)
Weergave
Bedieningsmodus
41 (standaard)
4E (vier ontruimingszones)
43
2E (twee
ontruimingszones)
45
1E (een ontruimingszone)
Het eerste cijfer op het display geeft de bedieningsmodus aan en het tweede
cijfer het configuratietype. Als een aangepaste configuratie is ingesteld (via het
geavanceerde configuratiemenu), dan is het tweede getal zoals hieronder is
aangegeven een nul.
Weergave Configuratie
41
NEN 2575 voorinstellingenconfiguratie vier ontruimingszones
43
NEN 2575 voorinstellingenconfiguratie twee ontruimingszones
45
NEN 2575 voorinstellingenconfiguratie een ontruimingszone
40
Aangepaste NEN 2575-configuratie
EN 54-13-bewaking mode
Selecteer via dit menu de groepsbewakingsmode (EN 54-13-bewaking
ingeschakeld of uitgeschakeld). EN 54-13-groepsbewaking is standaard
uitgeschakeld.
De bewakingsmode configureren:
1. Stel het display in zoals hieronder is aangegeven en druk vervolgens op
Enter.
1X-E4-serie Installatiehandleiding
Hoofdstuk 3: Configuratie en inbedrijfstelling
Groep eindelijn
Passief
Passief
Passief
Groeptype
Oneven groepen:
Automatisch
Even groepen:
Handmatig
Oneven groepen:
Automatisch
Even groepen:
Handmatig
Oneven groepen:
Automatisch
Even groepen:
Handmatig
35