Hoofdstuk 2:
Installatie
Afsluitingsgroepen
Groepsafsluiting moet altijd worden uitgevoerd, ongeacht of de zone in gebruik is
of niet. Het type afsluiting is afhankelijk van de installatie, zoals hieronder in
Tabel 4 wordt weergegeven.
Tabel 4: Groepsafsluitingen
Installatietype
Standaard en intrinsiek
veilige groepen
EN 54-13 groepen
Actieve einde lusweerstand
Opmerking:
Niet gebruikte groepen moeten vervolgens met een actieve einde
lusmodule worden afgesloten of als passieve einde lusmodule worden
geconfigureerd en zoals hierboven wordt beschreven met een einde
lusweerstand van 4,7 kΩ worden afgesloten.
Detectoren aansluiten
Sluit detectoren aan zoals weergegeven in Afbeelding 4, Afbeelding 5,
Afbeelding 6 en Afbeelding 7 die starten op pagina 11.
Het paneel ondersteunt conventionele detectoren. Gebruik voor een optimale
werking de detectoren die in het compatibiliteitsoverzicht worden vermeld. Zie
Hoofdstuk 5 "Technische specificaties" op pagina 69 voor meer informatie over
branddetectoren.
Handbrandmelders aansluiten
Sluit de handbrandmelders parallel aan zoals wordt aangegeven in Afbeelding 4,
Afbeelding 5, Afbeelding 6 en Afbeelding 7 vanaf pagina 11. Elk groepencircuit
kan maximaal 32 handbrandmelders ondersteunen.
Handbrandmelders moeten een weerstand in serie geïnstalleerd hebben met het
normaal geopende (NO) contact om storingen door kortsluiting te vermijden en
de centrale de oorsprong van de alarmactivering te laten bepalen (automatisch of
handmatig). Veel van de in het compatibiliteitsoverzicht vermelde HBM's zijn
reeds voorzien van deze weerstand.
De vereiste weerstand is afhankelijk van het groeptype zoals in Tabel 5 wordt
aangegeven.
14
Groepsafsluiting
Einde lusweerstand van 4,7 kΩ
EOL-Z einde lusmodule (polariteitgevoelig)
Actieve einde lusweerstandapparaat
1X-E4-serie Installatiehandleiding