3.10
Kalibratie
De ALTAIR 5X kan handmatig worden gekalibreerd met behulp van deze procedure of automatisch
met behulp van de GALAXY of GALAXY GX2 testbank. Raadpleeg hoofdstuk 9.5.
Gebruik van ademautomaten vermeld in hoofdstuk 8 wordt aanbevolen. Als een nieuwe sensor is geïn-
stalleerd, het batterijblok volledig ontladen is of een nieuw batterijblok is geplaatst, moeten sensoren
eerst 30 minuten stabiliseren voordat een kalibratie kan worden uitgevoerd.
Speciale voorwaarden bij toxische gassen! Als het toestel gecontroleerd of gekalibreerd moet
worden voor reactieve gassen, zijn er enkele voorwaarden van kracht; anders kan een incorrecte
kalibratie leiden tot incorrecte werking van het toestel. Reactieve toxische gassen (bijv. chloor,
ammoniak, chloordioxide) hebben de eigenschap zich in de rubberen en plastic slangen te diffun-
deren, zodat het in het toestel beschikbare volume testgas niet langer voldoende is om het toestel
correct te kunnen kalibreren. Wanneer het toestel wordt gekalibreerd met toxische gassen, zijn
bepaalde voorwaarden van kracht, anders kan een incorrecte kalibratie het resultaat zijn:- Een
speciaal reduceerventiel- Kortst mogelijke verbindingsslangen tussen het reduceerventiel en het
toestel- Verbindingsslangen uit een materiaal dat geen testgassen absorbeert (bijv. PTFE). LET OP:
Als normale slangen en drukregulators worden gebruikt, stel deze dan gedurende langere tijd bloot
aan het vereiste testgas. Gebruik deze materialen alleen bij dat testgas apart; gebruik ze niet voor
andere gassen. Laat bij chloor bijvoorbeeld de hele inhoud van een testgascilinder door het redu-
ceerventiel en slangen stromen alvorens daarmee het toestel te kalibreren. Markeer deze materialen
voor gebruik bij chloor alleen.
Waarschuwing!
ALTAIR 5X/ALTAIR 5X IR
Bediening
NL
42