Inhoudsopgave
Advertenties
7. Overige functies van het apparaat
7.1 Automatisch testen
metingen.
Figuur 73 AutoTest scherm
Figuur 74 Autotestscherm
Autotest in werking stellen:
Selecteer Autotest (zie § 7.1.2 - Autotest instellingen).
Verbind het instrument met het te testen object zoals nodig is voor de eerste
meting in de Autotest.
Druk op de toets [TEST].
De Autotest pauzeert bij de functies die met de pauzevlag
gemarkeerd. Opmerkingen betreffende de gepauzeerde functie wordt
getoond (optioneel).
o Druk op de toets [TAB] om tussen het opmerkingenmenu en het
o Als de aansluitingen correct zijn gaat de test verder nadat u de toets
o Druk op de toets [F1] om de gepauzeerde functie over te slaan. De
is bedoeld voor het automatisch uitvoeren van eerder ingestelde
hoofdmenu Autotest te wisselen.
[TEST] indrukt.
test gaat verder met de volgende test (indien aanwezig) of wordt
afgesloten.
Overige functies van het apparaat
Autotestmenu.
Geselecteerd
Autotestnummer en
(optioneel) naam.
Veld met testen.
Veld met testparameters en
beschrijving van Autotest.
Opties Opslaan en
Hernoemen.
83
II
zijn
Rev 001
Advertenties
Inhoudsopgave
