Naam van de positie invoeren.
Figuur 107 Naam van de nieuwe positie invoeren
Toets:
F2
Figuur 108 positie aangemaakt
Toets:
MEM
Figuur 109 Voorbeeld opgeslagen resultaat
7.3 Communicatie
Opgeslagen resultaten kunnen naar een pc worden overgebracht. Een speciaal
communicatieprogramma op de pc identificeert het instrument automatisch en
maakt gegevensoverbrenging tussen het instrument en de pc mogelijk.
Op het instrument zijn twee communicatie-interfaces beschikbaar: USB of RS
232 (voor selectie zie § 4.10.6 - Communicatiepoort).
De naam bevestigen.
Resultaten op de positie bewaren.
108
Overige functies van het apparaat
Rev 001