Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doorgang En Potentiaalvereffening; Figuur 31 Doorgang - Nieaf-Smitt Instaltest AT Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Instaltest AT:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.2 Doorgang en potentiaalvereffening

De doorgangsmeting wordt uitgevoerd om zeker te stellen dat de
beschermende maatregelen tegen elektrische schokken via aardverbindingen
effectief zijn. Er zijn vier subfuncties beschikbaar:
Meting weerstand potentiaalvereffeningsleiding volgens EN 61557-4 (tussen
N en PE terminals, teststroom >200 mA),
Meting weerstand potentiaalvereffeningsleiding volgens EN 61557-4 (tussen
L en PE terminals, teststroom >200 mA),
Meting weerstand met lage teststroom (tussen N en PE terminals, teststroom
ca 7 mA),
Meting weerstand met lage teststroom (tussen L en PE terminals, teststroom
ca 7 mA),

Figuur 31 Doorgang

Zie § 5.2.1 - Standaardtesten voor de toetsenfuncties.
Testparameters voor weerstandsmeting
TEST
Limiet
Parallelle weerstandspaden en interfererende stromen in het
te meten circuit beïnvloeden het testresultaat!
Compenseer indien nodig de testleidingweerstand
voorafgaand aan het uitvoeren van de continuïteitsmeting,
zie § 6.2.1Compensatie weerstand meetsnoeren.
Het meten van de weerstand van draadgewonden
componenten zoals transformator of motorwindingen is
alleen mogelijk bij Doorgangsfunctie (R7mA) wegens de
grote invloed van de inductiviteit van de windingen.
Doorgangsmeting subfunctie [R200mA NPE, R7mA NPE,
R200mA LPE, R7mA LPE]
Maximale weerstand [UIT, 0.1 Ω ÷ 20.0 Ω]
Het uitvoeren van testen met de Instaltest AT
LET OP:
TIP:
LET OP:
47
Rev 001

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave