Gebruik van de digitale videobesturing
Met deze functie kan de camcorder de opname- en stopfuncties regelen van een extern digitaal
apparaat dat aangesloten is op de camcorder via het aansluitpunt HDV/DV. Het apparaat moet voldoen
aan het IEEE1394 AV/C protocol. Gebruik de optionele DV-kabel CV-150F (4 pennen aan de ene en
4 pennen aan de andere zijde) of CV-250F (4 pennen aan de ene en 6 pennen aan de andere zijde) om
het externe apparaat aan te sluiten.
Gebruikers van Windows XP (SP2) kunnen gebruik maken van de CONSOLE-software (apart aan te
schaffen) om video- en audio-opnamen (in de HDV- of DV-standaard) te downloaden vanaf de camcorder
naar de harde schijf van de computer. Zie voor bijzonderheden de Help-modules van de software.
MENU
SYSTEM SETUP/
(
23)
1. Open het menu en selecteer [SYSTEM SETUP/
optie op [ON
2. Druk op de start/stop-toets...
...indien deze camcorder in de opnamepauzestand staat:
Deze camcorder: Opnemen geactiveerd
...indien deze camcorder bezig is met opnemen:
Deze camcorder: Opnamepauzestand
...indien deze camcorder niet gereed is voor opnemen (geen cassette geplaatst, etc.)
Aangesloten apparaat: Opnemen geactiveerd/opnamepauzestand
...na het plaatsen van een cassette terwijl het aangesloten apparaat bezig is met
opnemen:
Deze camcorder: Opnemen geactiveerd
Als nogmaals op de start/stop-toets wordt gedrukt:
Deze camcorder: Opnamepauzestand
Als zowel deze camcorder als een aangesloten apparaat bezig is met opnemen, en deze
camcorder met opnemen stopt om een andere reden dan het indrukken van de start/stop-toets (bijv.
als de band het eind heeft bereikt), dan blijft het aangesloten apparaat doorgaan met opnemen.
Als deze camcorder stopt met opnemen, is mogelijk een korte onderbreking van de audio op het
aangesloten apparaat hoorbaar.
De status van het aangesloten apparaat wordt als volgt aangegeven:
– – –
xxx min Opnameduur op de harde schijf van de computer
Zolang de ingebouwde oplaadbare lithiumbatterij opgeladen is, onthoudt de camcorder de instelling
van de DV-besturing, ook als u de camcorder uitzet. Zorg ervoor dat u na gebruik van de DV-besturing
de instelling controleert, omdat de band in het aangesloten apparaat overschreven kan worden.
Als u met een DV-kabel twee Canon-camcorders aansluit die compatibel zijn met DV Control, zorg er
dan voor dat de optie [DV CONTROL] op de andere aangesloten camcorder op [OFF] wordt gezet.
U kunt op de XH G1/XH A1 maximaal 2 andere apparaten aansluiten voor DV-regeling.
Bij apparaten van een ander merk dan Canon: afhankelijk van het aangesloten apparaat werkt de
DV-besturing mogelijk niet goed.
70
DV CONTROL•••OFF
] en sluit het menu.
Aangesloten apparaat is bezig met opnemen.
Aangesloten apparaat staat in de opnamepauzestand of de stopstand
Aangesloten apparaat staat in een andere stand dan de opnamepauze- of
stopstand.
[DV CONTROL] staat op [ON
aangesloten.
]. Selecteer [DV CONTROL], zet deze
Aangesloten apparaat: Opnemen
Aangesloten apparaat: Opnamepauzestand
Aangesloten apparaat: Vervolgt met opnemen
Aangesloten apparaat: Opnamepauzestand
], maar er is geen extern apparaat