Condens
Als u de camcorder snel verplaatst tussen locaties met hoge en lage temperaturen, kan er op de interne
oppervlakken van de camcorder condens (waterdruppeltjes) ontstaan. Gebruik de camcorder niet als
condens wordt gesignaleerd. Als u de camcorder blijft gebruiken, kan deze beschadigd raken.
Condens kan zich in de volgende situaties voordoen:
Wanneer de camcorder vanuit een kamer met actieve
airconditioning wordt meegenomen naar een warme,
vochtige plaats
Wanneer de camcorder wordt achtergelaten in een
vochtige kamer
Hoe kunt u condens voorkomen:
Verwijder de cassette, plaats de camcorder in een luchtdichte tas en laat deze aan de
temperatuursverandering wennen voordat u de camcorder uit de tas haalt.
Wanneer condens wordt gesignaleerd:
De camcorder stopt en circa 4 seconden lang wordt het bericht "CONDENSATION HAS BEEN
DETECTED" weergegeven en "
Als er een cassette is geplaatst, verschijnt het waarschuwingsbericht "CONDENSATION HAS BEEN
DETECTED REMOVE THE CASSETTE" en begint "
cassette onmiddellijk en laat het cassettecompartiment openstaan. Als u de cassette in de camcorder
laat zitten, kan de band beschadigd raken.
Een cassette kan niet worden geplaatst als condens is gesignaleerd.
Gebruik van de camcorder hervatten:
Het duurt circa 1 uur voordat de waterdruppeltjes verdampt zijn. Als de condenswaarschuwing met
knipperen stopt, wacht dan nóg een uur voordat u de camcorder weer gaat gebruiken.
Wanneer u de camcorder van een koude plaats
meeneemt naar een warme kamer
Wanneer een koude kamer snel wordt verwarmd
" begint te knipperen.
" te knipperen. Verwijder in dit geval de
NL
145