Procedure Voor Naaldlokalisatie Met Tomosynthese - Hologic SELENIA Dimensions Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor SELENIA Dimensions:
- Gebruikershandleiding (220 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (174 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
8.3
Procedure voor naaldlokalisatie met tomosynthese
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Borstcompressiedikte
(+) Dikte van het weefsel dat door de opening van de paddle komt
(-) Nummer van de plak waarop de laesie is aangetroffen
(+) Optionele afstand voorbij het ROI voor de draad
(=) Naalddiepte van de lokalisatiedraad
10. Schakel het collimatorlampje in en lijn het apparaat met dradenkruis op de buiskop
11. Positioneer de naald en breng deze in.
12. Schuif de geleiders van het apparaat met dradenkruis uit het röntgenveld.
13. Verwerf nog een Tomo-beeld om zeker te zijn dat de naald zich in de juiste locatie
14. Breng de voerdraad in door de naald. Daarna kunt u desgewenst de naald
15. Volg desgewenst de volgende stappen:
16. Voeg slechts één weergavepictogram per keer toe voor orthogonale weergaven om
MAN-05239-1502 revisie 002
Gebruikershandleiding Selenia Dimensions-systeem
Installeer een lokalisatiepaddle en installeer het apparaat met dradenkruis op de
buiskop. Let erop dat de geleiders van het apparaat met dradenkruis zich buiten het
röntgenveld bevinden.
Open een nieuwe procedure met een Tomo- of TomoHD-weergave voor uw benadering.
Positioneer de patiënt en voer compressie uit.
Verwerf een Tomo Scout. Controleer of het ROI zichtbaar is in de opening van de
lokalisatiepaddle. Zo niet, herpositioneer de patiënt dan en herhaal de procedure.
Noteer de compressiedikte en de dikte van het overtollige weefsel dat door de
opening van de lokalisatiepaddle komt.
Schuif door de reconstructieplakken om vast te stellen waar de laesie het beste te zien
is. Noteer het plaknummer (elke plak is 1 mm dik).
Plaats het dradenkruis van het verwervingswerkstation op de laesie.
Om de coördinaten van het apparaat met dradenkruis van de gantry te vinden,
bladert u door de reconstructies tot u de alfanumerieke coördinaten kunt bepalen.
Bereken de naalddiepte:
uit met het dradenkruis van het verwervingswerkstation.
bevindt. Om te berekenen of een correctie nodig is, vergelijkt u het plaknummer van
de punt van de naald en het plaknummer van de laesie.
verwijderen, maar laat de draad op zijn plaats zitten.
a.
Verwerf een conventionele of Tomo-weergave om zeker te zijn van de juiste
plaatsing van de draad.
b. Gebruik de orthogonale weergave om de plaatsing van de draad of naald te
documenteren (in Tomo of conventioneel).
de mogelijkheid weg te nemen dat de paddle verschuift door mogelijke minimale
compressie.
Waarde
Hoofdstuk 8: Klinische procedures
Voorbeeld
50 mm
+ 7 mm
- 30 mm
+ 5-15 mm
32– 42 mm
Pagina 109
Advertenties
Inhoudsopgave
