Gebruikershandleiding | Packregelaar, type AK-PC 782A
Frequentiegeregelde compressoren:
De regelaar kan een frequentieregelaar op de eerste compressor
in verschillende compressorcombinaties aansturen. Het variabele
deel van de frequentiegeregelde compressor wordt gebruikt om
de capaciteitsgaten van de volgende compressoren op te vullen.
Algemene regeling:
Eén of twee van de compressoren kan/kunnen worden aangesloten
op een frequentieregelaar van bijvoorbeeld het type VLT.
Een uitgang van de AK-PC is verbonden met de AAN/UIT-ingang
van de frequentieregelaar (vrijgave) en de analoge uitgang (AO)
van de AK-PC is verbonden met de analoge ingang van
de frequentieregelaar.
Het AAN/UIT-signaal zal de frequentieregelaar starten (vrijgeven)
en het analoge signaal bepaalt de frequentie.
Alleen van de compressoren gedefinieerd als compressor
1 en 2 kan het toerental worden geregeld.
De frequentiegeregelde stap bestaat uit een vaste en een
variabele capaciteit. De vaste capaciteit is de capaciteit die wordt
ingeschakeld op het moment dat de frequentieregelaar start
en de variabele capaciteit ligt tussen de minimale en maximale
frequentie. Om de beste regeling te verkrijgen, moet de variabele
capaciteit groter zijn dan de daaropvolgende stappen. Als er veel
(korte) variaties zijn in de benodigde capaciteit van een installatie
zal de 'vraag' naar variabele capaciteit groot zijn.
Zo wordt de stap geschakeld:
Max.
Start
Min.
0
ON
OFF
Inschakeling
De frequentiegeregelde compressor zal altijd als eerste starten
en als laatste stoppen. De frequentieregelaar zal gestart
worden zodra de gewenste capaciteit overeenkomt met de
startsnelheid (frequentie) van de frequentiegeregelde compressor
(de relaisuitgang op de regelaar wordt geschakeld en de analoge
uitgang zal een spanning gaan uitsturen). Na het schakelen
van deze stap zal de regelaar bepalen of er nog meer capaciteit
gewenst is.
De startsnelheid moet zo worden ingesteld dat bij opstart
een snelle smering van de compressor wordt verkregen.
Deze waarde moet hoger zijn dan de minimale snelheid
(frequentie).
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.08
Regeling – capaciteit opschakelen
Als de gewenste capaciteit groter wordt dan de maximale
frequentie van de frequentiegeregelde compressor, zal een
volgende compressorstap worden geschakeld. Op datzelfde
moment wordt de frequentie zo verlaagd dat de gemaakte
capaciteitsstap zo klein mogelijk is. Op deze manier wordt een
'traploze' overgang verkregen zonder capaciteitsgaten (zie schets).
Regeling – capaciteit afschakelen
Als de gewenste capaciteit lager wordt dan de minimale
frequentie, zal een eventueel eropvolgende compressorstap
worden afgeschakeld. Op datzelfde moment wordt de frequentie
van de eerste compressor verhoogd zodat de gemaakte
capaciteitsstap zo klein mogelijk is.
Uitschakeling
De frequentiegeregelde compressor zal worden uitgeschakeld
zodra de minimale frequentie is bereikt en de gewenste capaciteit
is gedaald tot 1%.
Antipendeltimer voor frequentiegeregelde compressor
Als de frequentiegeregelde compressor niet mag starten vanwege
een antipendeltimer, zal er geen andere compressor worden
gestart. De frequentiegeregelde compressor zal starten zodra
de antipendeltimer is verlopen.
Veiligheidsuitschakeling voor frequentiegeregelde compressor
Als de frequentiegeregelde compressor is uitgeschakeld vanwege
een beveiligingsuitschakeling (ingang), mogen de eropvolgende
compressoren starten. Zodra de frequentiegeregelde compressor
weer mag starten, zal deze bij de eerstvolgende capaciteitsstap
t
worden ingeschakeld.
Zoals gezegd moet het variabele deel van de frequentiegeregelde
compressor groter zijn dan de capaciteit van de eropvolgende
compressoren, zodat er geen capaciteitsgaten ontstaan.
Om te laten zien hoe de regeling reageert bij verschillende
compressorcombinaties, zijn hieronder een aantal voorbeelden
weergegeven:
V
Max.
V
Max.
2
Start
Start
Min.
V
Min.
1
1
BC245386497365nl-000801 | 91
V