Gebruikershandleiding | Packregelaar, type AK-PC 782A
5.7 Transkritiek CO2-systeem en warmteterugwinning
Algemeen
Als het koelmiddel in het systeem CO2 is, maken de hogere
druk en temperatuur het mogelijk om warmte terug te winnen
voor kraanwater en verwarming. De overtollige warmte wordt
verwijderd met behulp van een gaskoeler.
De regeling wordt verricht tijdens transkritieke en subkritieke
toestanden en de regelaar regelt de gasdruk/condensatiedruk
zodanig dat het systeem de optimale EPC behaalt, rekening
houdend met de teruggewonnen warmte.
Bij de regeling van de warmteterugwinningscircuits wordt
rekening gehouden met het koelsysteem. Wanneer er tijdens
de regeling operationele beperkingen optreden, heeft het
koelsysteem een hogere prioriteit dan de warmteterugwinning.
Info
Onder normale bedrijfscondities ligt de temperatuur bij Sd
tussen 60 en 70 °C – afhankelijk van of het winter of zomer is.
Als de functie van de warmteterugwinning het verhogen van
de condensatiedruk is, kan de temperatuur oplopen tot 90 °C
of hoger.
De sensor Sc3 moet zodanig worden geplaatst dat hij de
luchtinlaattemperatuur van de gaskoeler meet. Als deze sensor
een te hoge temperatuur meet, wordt de EPC van het systeem
aangetast.
Het Sgc-signaal moet stabiel zijn. Als dit niet kan worden bereikt
met een systeemsensor, kan het nodig zijn om een sensor in een
dompelbuis te gebruiken.
Denk aan de isolatieversterker
Als er signalen van verschillende regelaars worden ontvangen,
bv. warmteterugwinning voor een van de ingangen, moet tevens
een galvanisch geïsoleerde module worden ingevoegd.
106 | BC245386497365nl-000801
De twee warmteterugwinningscircuits kunnen worden gezien als
onafhankelijke circuits – ook in verhouding tot het koelsysteem.
Ten eerste neemt het circuit voor warm kraanwater de benodigde
energie af. De resterende energie is vervolgens beschikbaar voor
gebruik door het volgende circuit. Ook dit systeem neemt de
beschikbare energie af. Als er vervolgens nog overtollige energie
is, wordt deze afgevoerd via de gaskoeler.
Er moet een koelvereiste zijn om energie te leveren voor
warmteterugwinning.
Belangrijk:
Deze sensor moet vlak
bij de gaskoeleruitlaat
worden geplaatst.
Er zijn beveiligingsfuncties voor de afzonderlijke regelingsfuncties,
bijvoorbeeld:
- Koken bij S3, S4 en S8
- De S3-temperatuur moet lager zijn dan de temperatuur van
het gas dat de warmtewisselaar in gestuurd kan worden. Als
de S3-temperatuur hoger is, wordt het circuit niet aangesloten.
De pomp blijft enkele tijd voor en na het aansluiten van de
gasafsluiters draaien. Het veranderen van de stand van de
gasafsluiter kan tot 2 minuten duren.
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.08