Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Diversen; Klokfunctie; Alarmhistorie; Alarmprioriteit - Danfoss AK-PC 782A Gebruikershandleiding

Packregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikershandleiding | Packregelaar, type AK-PC 782A

5.10 Diversen

Voedingsspanning
Als de voeding naar AK-PC 782A of de stappenmotor wegvalt,
kan het systeem niet worden geregeld. Het wordt aangeraden
om een noodvoeding (UPS) te installeren voor ten minste de
aansturing van de kleppen, om een correcte sluiting van de
kleppen te garanderen. Er kan alleen een alarm worden verstuurd
wanneer de basismodule ook op een UPS is aangesloten.
Voor afstandsbewaking moet een relaisuitgang in de UPS
worden aangesloten op een DI in de regelaar. Dit is enkel een
bewakingsfunctie, zonder enige regelfunctie.
Hoofdschakelaar
De hoofdschakelaar wordt gebruikt om de regeling te starten
en stoppen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
- Normale regeling (Instelling = Aan)
- Regelgestopt (Instelling = Uit)
Het is ook mogelijk om een digitale ingang te definiëren
als externe hoofdschakelaar.
Als de interne of externe hoofdschakelaar op Uit staat, zijn
alle regelfuncties inactief en wordt er een alarm gegenereerd.
Alle andere alarmeringen zijn niet actief.
Externe schakelaar voor het stoppen van compressoren
De schakelaar zal de compressoren stoppen, terwijl de regeling
van andere functies doorgaat.
Koudemiddelen
Alleen voor CO2.
Sensorstoring
Bij een ontbrekend signaal van een aangesloten
temperatuursensor of druktransmitter wordt er een alarm
gegenereerd.
• Bij een defecte zuigdruktransmitter (P0) wordt de regeling
voortgezet met 50% ingeschakelde capaciteit in de dagstand en
25% ingeschakelde capaciteit in de nachtstand, minimaal één
stap.
• Bij een defecte persdruktransmitter (Pc) wordt 100%
condensorcapaciteit ingeschakeld. De compressorregeling blijft
normaal functioneren.
• Bij een Prec-storing gaat de regeling door met de gemiddelde
Vrec OD die is geregistreerd voor de voorbije 6 uur. De
openingsgraad wordt dan bijgesteld volgens de MT-capaciteit.
• Bij een defecte persgassensor (Sd) wordt de bewaking van de
persgastemperatuur gestopt.
• Bij een defecte oververhittingssensor (Ss) wordt de bewaking
van de oververhitting gestopt.
• Bij een storing van de buitentemperatuursensor Sc3 kan deze
niet regelen met variabele referentie van de condensatiedruk.
In plaats daarvan gebruikt u de minimumwaarde van de
pc-referentie als referentie.
• Bij Sgc-storingen kunnen verdere afstellingen worden verricht
met gebruik van het Shp-signaal.
Opmerking: Een 'defecte' sensor moet 10 minuten weer in orde
zijn voordat het alarm wordt opgeheven.
Signaal voor beveiligingsontkoppeling
Onverwachte ontkoppeling van de compressor,
condensatieventilator of frequentieomvormer kan leiden tot
onverwachte temperatuurstijgingen in het systeem. Gebruik
zo nodig de benodigde beveiligingssignalen om te zorgen
dat de regelaar signalen ontvangt over ontkoppelingen.
Sensorkalibratie
Het signaal van alle aangesloten sensors kan worden gecorrigeerd.
Een correctie is alleen nodig als de kabel erg lang is en een te
kleine diameter heeft. Alle uitlezingen en functies zullen met
de gecorrigeerde waarde werken.
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.08

Klokfunctie

De regelaar heeft een klokfunctie.
De klokfunctie wordt alleen gebruikt voor de dag/nacht-
overschakeling.
Jaar, maand, dag, uur en minuten moeten worden ingesteld.
In geval van een stroomstoring wordt de tijdinstelling gedurende
minimaal 12 uur bewaard.
Als de regelaar is verbonden met een AK-systeemmanager,
wordt de klok automatisch ingesteld.
Alarmen en meldingen
In combinatie met de regelaarfuncties is er een aantal alarmen
en meldingen die zichtbaar kunnen worden in geval van foute
of verkeerde regeling of bediening.

Alarmhistorie

De regelaar bevat een alarmhistorie van alle actieve alarmen
en van de laatste 40 alarmen. In de alarmhistorie kan men zien
wanneer een alarm begon en wanneer het werd opgeheven.
Ook is de alarmprioriteit te zien voor ieder alarm en wanneer
en door wie een alarm is aangenomen.

Alarmprioriteit

Er wordt verschil gemaakt tussen belangrijke en minder
belangrijke informatie. Deze belangrijkheid – of prioriteit –
is voor sommige alarmen een vaste waarde terwijl het voor
andere alarmen te wijzigen is. Het wijzigen van de prioriteit wordt
bewerkstelligd door middel van het AK-ST Servicetool-programma
en moet in iedere individuele regelaar worden ingesteld.
Deze instelling bepaald wat er gebeurt wanneer er een
alarm optreedt.
• 'Hoog' is de hoogste prioriteit
• 'Alleen reg. ' is de laagste prioriteit
• 'Uit' resulteert in geen actie
Alarmrelais
Op de regelaar kan een hardwarematig alarmrelais worden
gedefinieerd voor een lokale alarmaanduiding. Men kan
definiëren wanneer dit relais moet schakelen:
• 'Geen' – er wordt geen alarmrelais gebruikt
• 'Hoog' – er wordt een alarmrelais geactiveerd bij alarmen met
de hoogste prioriteit
• 'Laag-Hoog' – er wordt een alarmrelais geactiveerd bij alarmen
met de prioriteiten 'Laag' , 'Medium' en 'Hoog' .
De relatie tussen alarmprioriteit en alarmactie is te zien
in onderstaand schema.
Instelling van Logbe-
Alarmrelais
stand
Geen
Hoog
X
Middelgroot
X
Laag
X
Alleen
X
registreren
Onderbroken
Verst. op
AKM-
Hoog Laag
netwerk
bestemming
tot hoog
X
X
X
1
X
X
2
X
X
3
4
BC245386497365nl-000801 | 131

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave