Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Capaciteitsregeling Van Compressoren; Capaciteitsregeling; Pump-Downfunctie; Capaciteit Verhogen - Danfoss AK-PC 782A Gebruikershandleiding

Packregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikershandleiding | Packregelaar, type AK-PC 782A

5.2 Capaciteitsregeling van compressoren

Capaciteitsregeling

AK-PC 782A kan 3 compressorgroepen regelen: MT, IT en LT. Elke
compressor kan tot 3 capaciteitskleppen hebben. Eén of twee van
de compressoren kan worden uitgerust met frequentieregeling.
De inschakelcapaciteit wordt geregeld door signalen van
de aangesloten druktransmitter en de ingestelde referentie.
Stel een dode zone in rond de referentie.
In de dode zone regelt de regelcompressor de capaciteit, zodat
de druk kan worden gehandhaafd. Wanneer deze de druk in de
dode zone niet langer kan aanhouden, zal de regelaar de volgende
compressor in de rij uit- of inschakelen.
Wanneer extra capaciteit is uit- of ingeschakeld, zal de capaciteit
van de regelcompressor in overeenstemming hiermee gewijzigd
worden om de druk in de dode zone aan te houden (alleen
wanneer de compressor een variabele capaciteit heeft).
• Wanneer de druk hoger is dan de 'referentie + halve dode zone' ,
dan is de inschakeling van de volgende compressor
(pijl omhoog) toegestaan.
• Wanneer de druk lager is dan de 'referentie – halve dode zone'
dan is de uitschakeling van een compressor (pijl omlaag)
toegestaan.
• Wanneer de druk zich binnen de dode zone bevindt, dan
zal het proces doorgaan met de momenteel geactiveerde
compressoren. Ontlastkleppen (indien aanwezig) zullen
activeren, afhankelijk van het feit of de zuigdruk boven
of onder de referentiewaarde ligt.
Capaciteitsveranderingen
De regelaar schakelt stappen in en uit op basis van de volgende
basisregels:

Capaciteit verhogen:

De capaciteitsregeling zal een extra compressorstap inschakelen
zodra de gewenste capaciteit een dusdanige waarde heeft bereikt
die met het inschakelen van een stap behaald kan worden.
Zie onderstaande tekening – een compressorstap wordt
ingeschakeld zodra er 'ruimte' is voor deze stap onder de
curve van de gewenste capaciteit.

Capaciteit verlagen:

De capaciteitsregeling zal een compressorstap afschakelen zodra
de gewenste capaciteit een dusdanige waarde heeft bereikt
die met het afschakelen van een stap behaald kan worden.
Zie onderstaande tekening – een compressorstap wordt
afgeschakeld zodra er geen 'ruimte' meer is voor deze stap
boven de curve van de gewenste capaciteit.
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.08
Voorbeeld:
4 gelijke compressoren – de capaciteitscurve ziet er als volgt uit
Uitschakelen van de laatste compressorstap:
Normaal zal de laatste compressorstap alleen uitschakelen als
de gewenste capaciteit 0% is en de zuigdruk onder de neutrale
zone ligt.
Eerste stap van bedrijfstijd
Bij opstart van het systeem zal de PI-regeling pas beginnen met
regelen zodra het systeem stabiel is. Om dit te bewerkstelligen,
is de capaciteit van het systeem gedurende een bepaalde
periode begrensd tot de eerste capaciteitsstap (parameter
'Runtime first step').

Pump-downfunctie:

Om te veel compressorschakelingen bij een lage belasting
te voorkomen, is het mogelijk om een pump-downfunctie
voor de laatste compressor te definiëren.
Zuigdruk P0
Als de pump-downfunctie wordt gebruikt, zal de laatste
compressorstap bij de ingestelde pump-downwaarde worden
uitgeschakeld.
Wanneer de pump-downgrenswaarde de dode zone nadert,
dan wordt deze gelimiteerd tot NZ minus 1 K. Dit kan optreden
wanneer de vloeistofvatdruk is geoptimaliseerd.
Let op! De pump-downlimiet moet hoger worden ingesteld
dan de ingestelde beveiliging voor minimale zuigdruk.
Voor de IT-compressor wordt de pump-down bestuurd door
het vloeistofvat en de MT-temperatuur.
Requested
capacity %
C4
C3
C3
C3
C2
C2
C2
C2
C1
C1
C1
C1
C1
BC245386497365nl-000801 | 87
C2
C1
C1
Time

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave