Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding | Packregelaar, type AK-PC 782A
5.4 Condensor/gaskoeler
Principe
De condensor in een transkritisch CO2-systeem wordt ook wel een
gaskoeler genoemd. In tegenstelling tot in een HFK-systeem wordt
de onderkoeling niet geregeld door een condensor, maar door het
hogedrukventiel Vhp.
De gaskoelerregeling moet de temperatuur in de uitlaat van
de gaskoeler regelen, zodat deze de laagste mogelijke waarde
heeft en het energieverbruik van de ventilatoren minimaal is.
Echter, deze moet niet zo laag zijn dat wordt verhinderd dat
de vloeistofvatdruk wordt gehandhaafd.
Condensorregeling (gaskoeler) vindt plaats via een
stappenregeling of toerenregeling van de ventilatoren.
• EC-motoren
Er wordt hier een analoog uitgangssignaal gebruikt,
dat de ventilatoren regelt van 0 tot maximum capaciteit
• Stapregeling
De regelaar kan maximaal 8 condensorstappen regelen
die sequentieel in- en uitgeschakeld worden.
• Snelheidsregeling
De analoge uitgangsspanning is aangesloten op een
toerenregeling. Alle ventilatoren worden toerengeregeld
van 0 tot max. capaciteit. Als er een AAN/UIT-signaal nodig is,
kan dit worden verkregen van een relaisuitgang. De regeling
wordt dan gebaseerd op het volgende:
– Alle ventilatoren hebben hetzelfde toerental
– Alleen het noodzakelijke aantal ventilatoren is actief
• Combinatie van frequentie- en stappenregeling.
Voorbeeld:
Stapregeling
Snelheidsregeling
en stapregeling
Snelheidsregeling
van de 2 groepen.
Groep 1 moet minder of
hetzelfde hebben
als groep 2
102 | BC245386497365nl-000801
Snelheidsregeling
Snelheidsregeling
op de eerste.
Stappenregeling
op de andere
5.4.1 Capaciteitsregeling van de condensor
De uitlaattemperatuur van de gaskoeler wordt geregeld met de
ventilatorcapaciteit en de 3-weg bypassklep V3gc. De regeling
maakt gebruik van een PI-regeling, die eventueel ook veranderd
kan worden in een P-regeling.
PI-regeling
De regelaar schakelt ventilatoren in, zodat het verschil tussen
de werkelijke condensordruk en de ingestelde waarde zo klein
mogelijk is.
P-regeling
De regelaar schakelt ventilatoren in, afhankelijk van het verschil
tussen de werkelijke condensordruk en de ingestelde waarde.
De proportionele band Xp geeft de afwijking aan.
De afstellingen worden verricht met gebruik van
versterkingsfactor Kp, waarbij Kp = 100/Xp.
⁰C
Xp
Pc Ref
0%
Selectie van regelsensor
De capaciteitsregeling kan of regelen op basis van een
temperatuursensor, Sgc, geplaatst bij de uitlaat van de gaskoeler,
of gebaseerd op een mediumtemperatuur, S7.
Cap. Regelsensor = Sgc / S7
Als de S7-sensor als regelsensor is geselecteerd, zal de Pc nog
steeds gebruikt worden voor het beveiligen van een te hoge
condensatiedruk en zal ervoor zorgen dat compressorcapaciteit
wordt afgeschakeld bij een te hoge condensatiedruk.
2 Sgc-sensoren:
Als de optie '2 sgc-sensoren' is geselecteerd, wordt de sensor met
de hoogste waarde gebruikt voor de regeling. Er wordt een alarm
gegenereerd als het verschil tussen de twee sensorwaarden groter
is dan de door de gebruiker ingestelde waarde in parameter 'Delta
vóór alarm' .
Regeling bij sensorfouten op Sgc en S7:
Als er een sensorstoring optreedt, schakelen de ventilatoren over
naar noodbedrijf. De ventilatoren worden dan geregeld op basis
van de compressorcapaciteit en Sc3, als die is geïnstalleerd.
5.4.2 Referentie voor gaskoelertemperatuur
De instelling van de condensatiedruk kan op twee manieren
gedefinieerd worden. Als een vaste referentie of als een vlottende
referentie, afhankelijk van de buitentemperatuur.
Opmerking: Als S7 als regelsensor is geselecteerd, moet
rekening worden gehouden met de warmte-uitwisseling tussen
externe temperatuur en brine. We adviseren om in dat geval de
onderkoelingswaarde die voor de Pgc-referentieberekening wordt
gebruikt, met 2K te verhogen (zie de paragraaf HP-regeling).
50%
100% Cond.
cap. %
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.08
Advertenties
Inhoudsopgave
