Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding | Packregelaar, type AK-PC 782A
Vloeistoflift
Po-MT
MT evap.
De ejectoren verplaatsen vloeistof van de zuigafscheider naar het
vloeistofvat. In systemen met LE- en HP-ejectoren – afhankelijk van het
ejectorbereik – hebben ofwel LE- ofwel HP-ejectoren prioriteit voor het
liften van vloeistof. Wanneer er geen vloeistof aanwezig is, wordt de
damp gelift.
© Danfoss | Climate Solutions | 2022.08
De regeling voor HP- en LP-ejectorsystemen worden weergegeven
met de Vhp-klep parallel met de ejectoren aangebracht. Als de
ejectorcapaciteiten voldoende zijn om de totale massastroom
van de gaskoeler te beheren (er kunnen tot 4 ejectorblokken
parallel worden aangebracht), is een Vhp-klep niet nodig.
De regelaar vereist echter wel dat er instellingen en een
uitgangssignaal aanwezig zijn alsof de klep wel aanwezig was.
In systemen met adaptieve vloeistofregeling (ALC, Adaptive
Liquid Control) moet een accumulator in de zuigleiding
worden aangebracht. De ejectoren verplaatsen vloeistof van
de zuigaccumulator naar het vloeistofvat. Als de ejector niet
voldoende vloeistof kan verplaatsen, stijgt het vloeistofniveau.
Daardoor bestaat de kans dat de compressor defect raakt.
De regelaar moet een signaal voor het vloeistofniveau
in de vloeistofafscheider kunnen genereren. Als het
vloeistofniveau te hoog wordt of als de ejectoren zich buiten
het toepassingsgebied bevinden, kan de regelaar een signaal
verzenden via datacommunicatie en ook een relais activeren.
De verdamperregelaars moeten het signaal voor een te
hoog vloeistofniveau ontvangen, via de bedrading of via
datacommunicatie
(bij ontvangst via datacommunicatie moet de gebruikte
systeemunit in staat zijn om deze communicatie door te geven).
Wanneer de verdamperregelaars dit signaal ontvangen,
schakelen ze de oververhittingsregeling van 'vloeistofstroming
toegestaan' over naar droge expansie.
BC245386497365nl-000801 | 115
Advertenties
Inhoudsopgave
