• Breng geen ongeautoriseerde wijzigen aan de brander aan om
veiligheidsredenen.
• Laat de stookplaats niet gedurende langere tijd zonder toezicht.
• Pak de glazen deksel en de glazen buizen uitsluitend wanneer het toe-
stel koud en uitgeschakeld is en alleen om de verbrandingskamer en de
vuurpot te reinigen. Plaats de glazen deksel en de glazen buizen na de
reiniging weer correct op het apparaat.
• Indien ethanol bij het verwisselen van de brandstofvaten wordt gemorst,
is het ten strengste verboden om het apparaat in te schakelen - Brand-
gevaar! Voordat de Nano mag worden gestart, moet de gemorste ethanol
zorgvuldig worden verwijderd. Daarnaast moet de ruimte in kwestie vol-
doende worden gelucht zonder dat het apparaat is ingeschakeld, zodat
al verdampt ethanol kan vervliegen.
• Wanneer de stroomkabel van dit toestel beschadigd is, moet deze door
de klantenservice of een gekwalificeerd persoon (bijv. een elektromon-
teur) worden vervangen om risico's te vermijden.
• Indien de pomp, de brandstofleiding of de verbindingselementen niet
dicht zijn, schakelt u het apparaat direct uit of schakelt u het apparaat
niet in Brandgevaar! Neem vervolgens contact met uw verkoper op,
zodat deze de niet dichte delen op vakkundige wijze kan verwisselen.
Probeer niet zelf een van de componenten te verwisselen.
• Aangezien het bij ethanol om een licht ontvlambare brandstof gaat, is
het aan te raden om geschikte blusmiddelen klaar te zetten om snel te
kunnen ingrijpen.
• De buitentemperatuur is ongeveer 15 °C. Er heersen ongunstige opvoer-
druk- en weersomstandigheden (bijv. mist). Deze weerstoestand komt
vooral in de lente en in de herfst voor. De verbranding kan daardoor wat
ongelijkmatig zijn en eventueel kan de ruit vuiler worden dan bij gunstige
trekomstandigheden.
• Uw ethanolbrander onttrekt de verbrandingslucht aan het vertrek (van
de kamerlucht afhankelijk gebruik). Er moet voor worden gezorgd dat
het vertrek van voldoende frisse lucht wordt voorzien. Raadpleeg de
"Algemeen aanvaarde technische regels" hierover of overleg met uw
schoorsteenveger. De installateur en de gebruiker dienen de toevoer van
verse lucht te controleren. Bij het gebruik van meerdere stookplaatsen
in één ruimte of in ruimten met een samenhangende luchtvoorziening
moet worden gezorgd voor voldoende verbrandingslucht. Bij afgedichte
vensters en deuren (bijv. in combinatie met energiebesparende maat-
regelen) kan het zijn dat de toevoer van verse lucht onvoldoende wordt
gewaarborgd. Hierdoor kan de trek van de ethanolbrander verslechte-
ren. Dit kan uw gezondheid en eventueel ook uw veiligheid in gevaar
brengen. Eventueel moet voor extra luchttoevoer een luchttoevoerklep
nabij de ethanolbrander worden ingebouwd of een verbrandingslucht-
leiding van buiten of naar een goed geventileerd vertrek (maar niet de
verwarmingskamer) worden aangelegd. In het bijzonder moet worden
gegarandeerd dat alle noodzakelijke verbrandingsluchtleidingen tijdens
het gebruik van de stookplaats open zijn. Bij gelijktijdig gebruik van
een ventilatiesysteem (bijv. afzuigkappen, badkamerventilatie, enz.) in
dezelfde ruimte of ruimten de ethanolbrander minder goed kan functi-
oneren (en zelfs rook of rookgas in de woonkamer kan komen, ondanks
dat de deur van de verbrandingskamer gesloten is). Daarom is gelijktij-
dig gebruik van dergelijke apparatuur met de brander niet toegestaan
zonder de passende maatregelen! Als u vragen hebt, neem dan contact
op met uw dealer.
Ontsteek de brander voor uw eigen veiligheid niet handmatig met
de hand!!!
NL 6