3. BEDIENING EN INGEBRUIKNAME
De ingebruikname van het ethanolapparaat mag alleen gebeuren wanneer
deze volledig gemonteerd is. Leef alle onderhouds- en reinigingsvoorschrif-
ten na om van een storingvrije verwarming te kunnen genieten.
3.1 INGEBRUIKNAME
1. Neem de ethanolbrander alleen in bedrijf wanneer de dagelijkse onder-
houds- en reinigingswerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens hoofdstuk
5. Ook mag er voorafgaand aan de ingebruikname geen sprake zijn van
schade aan de Nano.
2. Controleer of het ethanolvat voldoende met brandstof is gevuld en de
slangen van de branders tot in het ethanol komen. Indien dit niet het
geval is, staat in hoofdstuk 3.2 hoe het vat kan worden verwisseld.
3. Vergewis u ervan dat op het display geen storingsmeldingen worden
weergegeven.
4. De ethanolbrander kan nu in bedrijf worden gesteld met de aan/
uit-schakelaar op de display of met de afstandsbediening.
5. De Nano mag alleen in koude staat worden ingeschakeld!
6. Start de Nano zoals in hoofdstuk 3.6 beschreven. Na het starten wordt
de verbrandingsruimte met verse lucht doorlucht. Tegelijkertijd wordt
ethanol in de branderschaal gepompt en na korte tijd ontstoken.
7. Het uitschakelen van het apparaat vindt via het display of de afstands-
bediening plaats. Anders dan bij gasvuurplaatsen gaat de vlam niet
direct uit. De resterende brandstof wordt eerst nog in de branderschaal
verbrand. Dit kan tot en met 30 minuten duren.
8. Na het uitschakelen van de Nano wordt de afkoelfase gestart om de
branderschaal af te koelen. Pas na de afkoelfase kan de brander opnieuw
worden aangestoken. Nog tijdens de afkoelpauze kan de brander weer
worden ingeschakeld. Het startproces vindt vervolgens na volledige
afkoeling weer automatisch plaats.
3.2 BRANDSTOFVAT VERWISSELEN
Het ethanolvat mag pas worden verwisseld, wanneer het apparaat is uitge-
schakeld en is afgekoeld!
Indien bij het verwisselen van de brandstofvaten ethanol wordt gemorst, is
het ten strengste verboden om het apparaat te starten. Brandgevaar! Volg
de punten die in hoofdstuk 1.4 zijn beschreven.
Alleen ethanol van de kwaliteit die wordt aangegeven onder hoofdstuk 1.6
mag als brandstof worden gebruikt.
Open de deur van de Nano en ontkoppel de vuladapter van de brander en
overloopslangen.
Controleer of de slangen niet dicht of beschadigd zijn of als er ergens
ethanol eruit is gelopen. Indien dit het geval is, mag het apparaat onder
geen enkele omstandigheid gestart worden! Brandgevaar!
Verwijder nu het vat en schroef de adapter van het lege vat los.
NL 11
NL