2. MONTAGE
De installatie van de watervoerende componenten, de noodzakelijke
veiligheidsvoorzieningen etc. moet worden uitgevoerd door een gespe-
cialiseerd bedrijf. e H
O-haard moet dusdanig worden gemonteerd, dat
2
alle componenten, ook die zich achter de haardbehuizing bevinden, op
ieder moment toegankelijk en controleerbaar zijn! Na het plaatsen en
aansluiten van alle installaties en voor het maken van de stookkamer
moeten de haard en de bijbehorende verwarmingsinstallaties door mid-
del van een drukproef worden gecontroleerd op dichtheid.
Daarbij moet erop worden gelet dat de H
haardvoeten in hoogte horizontaal, resp. met een lichte stijging ten opzichte
van de de ontluchtingsplug wordt afgesteld.
De montage van de H
O-haard moet gebeuren conform de montage-
2
handleiding voor haarden!
De plaatsing van de H
O haarden met open verbranding is identiek
2
als vermeld op het leaflet van haarden met gesloten verbranding.
2.1 BASISEISEN VOOR DE OPSTELLING
De H2O-haard mag alleen in thermostatisch beveiligde systemen volgens
DIN 4751 of DIN EN 12828 worden gemonteerd. Alle aansluitingen naar
het verwarmingsnet moeten altijd weer los kunnen worden gemaakt
(bijvoorbeeld met een schroefverbinding). Er mogen alleen temperatuur-
bestendige buizen in het hete gebied van de haard worden geïnstalleerd.
(Hete gebied is ongeveer aan de bovenkant van het glas) De omgevings-
temperatuur in het hete gebied kan ver boven 100°C bedragen. Als er een
storing optreedt kan dit schade aan niet-temperatuurbestendige buizen
veroorzaken. Bij het gebruik van afdichtmateriaal moet altijd worden gelet
op voldoende temperatuurbestendigheid! Door de ligging van de voor-
loopaansluiting, de temperatuursensor en bypasskleppen in het voorste
O-haard door het verstellen van de
2
gedeelte van de inbouwhaard, moet er een opening aan de voorkant van
de verwarmingskamer worden gemaakt voor onderhoud en reparatie-
werkzaamheden. Alle armaturen, veiligheidsvoorzieningen en elektrische
bouwonderdelen moeten zo worden geïnstalleerd, dat ze op ieder moment
toegankelijk, controleerbaar en vervangbaar zijn.
De montage van de veiligheidsvoorzieningen mag niet in het hete gebied van
de haard worden geïnstalleerd.
Alle watervoerende bouwonderdelen moeten worden beschermd tegen vorst!
Bij de montage moeten de installatie- en gebruikershandleidingen van de
geïnstalleerde extra componenten altijd worden nageleefd!
Bij installatie, aansluiting en gebruik van de H
zakelijke nationale en Europese normen en plaatselijke voorschriften (DIN,
DIN EN, regionale bouwverordeningen, stookverordeningen, etc.) worden
aangehouden!
HeizAnlV:
Duitse verordening verwarmingsinstallaties
FeuVo:
FeuVo: Duitse stookverordening van de betreffende
deelstaat
1. BlmschV
Eerste verordening voor de uitvoering van de Duitse
Wet Luchtkwaliteit
EnEV
Duitse energiebesparingsverordening
TR-OL
Vakregels voor ter plekke gebouwde kachels van
gebakken stenen/pleisterwerk en luchtverwarmings-
systemen (ZVSHK)
DIN 1298 /
EN 1856:
Verbindingsstukken voor stookinstallaties
DIN EN 13229
Voorzetkachels inclusief open haarden voor vaste
brandstoffen
DIN EN 50165
E l e k t r i s c h e u i t r u s t i n g v a n n i e t - e l e k t r i s c h e
NL 18
O-haard moeten alle nood-
2