Inhoudsopgave
Advertenties
2 - OVERZICHT VAN DE REGELING
2.1 - Systeemfunctionaliteiten
Het SmartVu
-systeem regelt het opstarten van de compressoren
TM
die nodig zijn om de gewenste in- en uittredetemperatuur van het
water van de warmtewisselaar te handhaven.
Het bedieningspaneel wordt gebruikt voor de bediening en als
configuratie tool voor het regelen van de werking van de eenheid. De
SmartVu
bewaakt doorlopend veiligheidsmechanismen die de
TM
eenheid beschermen tegen uitval en een optimale werking
waarborgen.
2.2 - Bedieningspaneel
Navigatie met het SmartVu
TM
touchscreeninterface of via verbinding met de webinterface. De
navigatiemenu's zijn hetzelfde voor beide methoden (touchscreen en
browser).
OPMERKING: Bepaalde functies zijn niet beschikbaar wanneer
de browserinterface wordt gebruikt (zie ook paragraaf 7.1).
2.3 - SmartVu
onderdelen
TM
De regelaar beheert een aantal functies die voor een effectieve werking
van de eenheid zorgen, waaronder:
■ het opstarten van compressor om het watersysteem te regelen
(schroefcompressortechnologie)
■ 7"-touchscreen standaard (SmartVu
■ Communicatieprotocollen (CCN, BACnet, Modbus)
■ GBS-verbinding via optionele Modbus (TCP of RS485) of BACnet/IP
■ Diagnose, e-mailverzending
■ Webconnectiviteit
■ Energie Management Module (optie)
■ Hydromodule, variabele toerental pompaansturing (optioneel)
■ Externe pomp met vast of variabel toerental
■ Vrije koeling van droge koeler systeem (optioneel)
■ Brijnopties (optie 5, optie 6 en optie 8) (zie ook hoofdstuk 6.22)
■ Beheer op afstand
■ Energie-optimalisatie, vermogen/energie bewaking
■ Onderhoudsbeheer
■ Softwarebeveiligde opties zoals brijnvloeistof, BACnet, Modbus en
snelle herstart (zie ook paragraaf 6.21)
6
-regelsysteem wordt gedaan via de
)
TM
2.4 - Bedrijfstypes
Het regelsysteem kan werken in drie onafhankelijke modi:
■ Lokaal type: de eenheid wordt geregeld door opdrachten vanaf de
gebruikersinterface.
■ Bediening op afstand: de eenheid wordt geregeld door potentiaalvrije
contacten.
■ Netwerktype: De eenheid wordt geregeld door opdrachten van het
netwerk. De datacommunicatiekabel wordt gebruikt om de eenheid
aan te sluiten op de RS485-communicatiebus of IP-aansluiting.
Als de regelaar autonoom werkt (lokaal of extern), behoudt deze alle
regelmogelijkheden maar biedt deze geen functies van het netwerk.
BELANGRIJK: noodstop! Door de netwerknoodstopopdracht
wordt het apparaat gestopt, ongeacht het actieve bedrijfstype.
Advertenties
Inhoudsopgave
