Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Brijnopties (Optie 5, Optie 6, Optie 8); Bacnet (Optie 149); (Ultra) Snelle Herstart (Optie 295, Optie 295+); Modbus (Optie 149B) - Carrier 30KAV Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor 30KAV:
Inhoudsopgave

Advertenties

6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES

6.22 - Brijnopties (optie 5, optie 6, optie 8)

30KAV-koelmachines bieden een aantal verschillende typen
koelvloeistoffen, inclusief standaard water en de optionele
brijnvloeistof, bijv. medium brijn (optie 5), lage brijn (optie 6) en lichte
brijn (optie 8). De brijnoptie wordt normaal gesproken gebruikt voor
lagetemperatuur toepassingen.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.21).

6.23 - BACnet (optie 149)

Het BACnet/IP-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met
het SmartVu
TM
-regelsysteem te communiceren.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.21).

6.24 - (Ultra) snelle herstart (optie 295, optie 295+)

Snelle herstart is een optie waarmee de eenheid snel kan worden
opgestart en een snelle capaciteitsopbouw mogelijk is na een korte
voedingsspanningsonderbreking. Voor eenheden met ingeschakelde
snelle herstart, wordt de opbouwprocedure aangepast zodat de
koelmachine de maximale capaciteit veel sneller bereikt in vergelijking
met de standaard capaciteitsopbouw.
Ultrasnelle herstart (optie 295+): de regelaar wordt geleverd met een
batterij die tot 10 minuten lang 24 VDC levert na een spanningsuitval.
Hiermee kan de koelmachine worden gestart, met herstel van de
lopende operaties en met een maximum vermogen twee minuten na
het herstel.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.21).

6.25 - Modbus (optie 149B)

Het Modbus-communicatieprotocol wordt gebruikt door het
gebouwbeheersysteem of de programmeerbare regelaars om met
het SmartVu
-regelsysteem te communiceren.
TM
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key nodig
(zie paragraaf 6.21).

6.26 - Energiemeter met Modbus-verbinding

De energiemonitor wordt gebruikt voor het meten van de hoeveelheid
door de unit gebruikte elektriciteit. De gemeten data worden
doorgegeven aan de regelaar via de Modbus RTU en het
energieverbruik kan worden afgelezen in de energiemetertabel in het
hoofdmenu.
Let erop dat de energiemonitor een optie is en kan worden geleverd
in een separate set geïnstalleerd in de machine. Bij fabrieksinstelling
van de optie is geen extra inrichting nodig.
Wanneer de communicatie tussen de regelaar en de energiemeter is
verbroken, blijft de unit verder werken, maar de data zal niet worden
geregistreerd tot de verbinding weer is hersteld (alarm 59001 of
59002).
OPMERKING: de optionele energiemeterset met communicatie
met de regelaar via Modbus RTU wordt verbonden met de J8-
connector (zie ook hoofdstuk 3.7).
48

6.27 - Programma-instelling

De bediening beschikt over twee tijdschema's, waarbij de eerste
(OCCPC01S) wordt gebruikt voor het regelen van het starten en
stoppen van het apparaat en de tweede (OCCPC02S) voor het regelen
van het dubbele setpoint.
Het eerste timerprogramma (programma 1, OCCPC01S)
een middel voor automatische omschakeling van het apparaat van
bezet bedrijf naar onbezet bedrijf. De eenheid wordt gestart tijdens
bezette perioden.
Het tweede timerprogramma (programma 2, OCCPC02S) biedt
een middel voor automatische omschakeling van het actieve setpoint
van bezet setpoint naar onbezet setpoint. Setpoint koelen 1 wordt
gebruikt tijdens bezette perioden en setpoint koelen 2 tijdens onbezette
perioden.

Bezettingsperiodes

De gebruiker kan acht bezettingsperiodes in de regelaar instellen,
waarbij voor elke periode de volgende elementen moeten worden
opgegeven:
■ Dag van de week: selecteer de dagen waarop de periode is bezet.
■ B e z e t t i n g s t i j d
( " b e z e t
Stel bezettingsuren in voor de geselecteerde dagen.
■ Tijdverlenging: verlengt het programma indien nodig. Deze
parameter kan worden gebruikt in geval van niet-geplande
gebeurtenissen. Bijvoorbeeld: als de eenheid normaal
geprogrammeerd is om te werken van 8:00 tot 18:00 uur, maar u
op een dag de airconditioning langer wilt laten werken, stelt u deze
tijdverlenging in. Als u de parameter instelt op "2", eindigt de
bezetting om 20:00.
Om het start/stop-schema voor de regelaar in te stellen
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Navigeer naar het configuratiemenu (alleen aangemelde
gebruikers) en selecteer het schemamenu (SCHEDULE).
3. Ga naar OCCPC01S.
4. Selecteer de gewenste vinkjes om de bezetting van de eenheid
op specifieke dagen in te stellen.
5.  Definieer de tijd van de bezetting.
6. Als het tijdschema is ingesteld, wordt de geselecteerde periode
aangegeven in de vorm van een groene strook op de tijdlijn.
7. Druk op de toets Save om uw veranderingen op te slaan of op de
Cancel
toets
om het scherm te verlaten zonder wijzigingen te
maken.
Verklaring:
1. Selectie van dagen voor het tijdschema
2. Begin en eind van het schema
3. Vorige tijdsperiode
4. Volgende tijdsperiode
Elk programma staat op onbezet bedrijf tenzij een tijdsperiode van
het schema actief is.
Als twee perioden elkaar overlappen en beide actief zijn op dezelfde
dag, heeft de bezette periode voorrang op de niet-bezette periode.
biedt
v a n "
t o t
" b e z e t
t o t " ) :
B
C
D
(4)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30kavp30kav ze

Inhoudsopgave