Inhoudsopgave
Advertenties
6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.2 - Pompregeling
Het SmartVu
regelsysteem kan een of twee warmtewisselaar-
TM
waterpompen beheren, d.w.z. ofwel twee interne toerengeregelde
pompen of maximaal twee externe pompen. Beide pompen kunnen
niet tegelijkertijd lopen. De pomp wordt ingeschakeld wanneer deze
optie is geconfigureerd en wanneer de eenheid loopt.
De pomp wordt uitgeschakeld als het apparaat wordt uitgeschakeld
vanwege een alarm, tenzij de fout een vorstbeveiligingsfout is. De
pomp kan worden gestart bij bepaalde bedrijfsomstandigheden,
wanneer het verwarmingselement van de warmtewisselaar actief is.
Als de pomp een storing heeft en er een tweede pomp beschikbaar
is, wordt de unit gestopt en opnieuw gestart met de tweede pomp. Als
er geen pomp beschikbaar is, wordt de unit uitgeschakeld.
De configuratieopties kunnen verschillen naar gelang het beschikbare
aantal pompen. De status van de pomp kan worden gecontroleerd
via het hoofdmenu (PUMPSTAT – Pompstatus).
6.2.1 - Configuratie van de pompen
De basis pompconfiguratie kan worden uitgevoerd via het
Configuratiemenu (PUMPCONF – Pompconfiguratie). Alleen
ingelogde gebruikers hebben toegang tot het menu. Voor het
veranderen van pompinstellingen moet de unit worden gestopt. Bij
apparaten met twee pompen kunnen deze pompen automatisch
worden geregeld, of één pomp kan handmatig worden gestart.
OPMERKING: units zijn ook uitgerust met een stromingsschakelaar,
waardoor stromingsbeveiliging mogelijk is (zie ook paragraaf
3.5).
6.2.1.1 - Configuratie van de interne pompen
30KAV units kunnen zijn voorzien van twee interne toerengeregelde
pompen die worden aangestuurd door de LEN regelaar.
Instellen van de interne koelmachinepompen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer
Pump Configuration
3. Stel C
ooler Pumps Sequence
Cooler Pumps Sequence [cpumpseq]
0 = Geen pomp
1 = Alleen een pomp*
2 = Twee pompen autom
3 = Pomp 1 handmatig
4 = Pomp 2 handmatig
*Het is niet mogelijk om maar één toerengeregelde pompaansturing in te stellen.
6.2.1.2 - Configuratie van externe pompen
30KAV units kunnen zijn voorzien van maximaal twee externe vast
toerental pompen of één externe toerengeregelde pomp (0-10V). Voor
apparaten zonder interne pompen kunnen externe pompen als volgt
worden geconfigureerd:
Beschikbare pomp
Geen pomp
Constant toeren pomp
Een variabel toerental pomp (0-10 V) 1 (optie 299)
Twee variabel toeren pompen
Instellen van de externe koelerpomp(en)
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer
Pump Configuration
Cooler Pumps Sequence
3. Stel
Cooler Pumps Sequence [cpumpseq]
0 = Geen pomp
1 = Alleen een pomp
2 = Twee pompen autom
3 = Pomp 1 handmatig
4 = Pomp 2 handmatig
*Waarden tussen 2 en 4 kunnen alleen worden geselecteerd in geval van regeling
van dubbele pompen.
42
(PUMPCONF) (Configuratie pomp).
[cpumpseq] in.
Koelpompvolgorde
0
1
2 = automatische regeling van twee
pompen
3 = pomp 1 is geselecteerd
4 = pomp 2 is geselecteerd
(PUMPCONF) (Configuratie pomp).
[cpumpseq] in.
6.2.2 - Automatische pompselectie
Als twee pompen worden geregeld en de automatische pompaansturing
is geselecteerd (Volgorde van koelerpompen, PUMPCONF –
Pompconfiguratie), bepaalt de regeling welke pomp moet worden
gestart. De regeling probeert de draaitijd van de pomp te beperken
tot de geconfigureerde omschakelvertraging van de pomp
(Automatische omschakelvertraging van pomp, PUMPCONF –
Pompconfiguratie). Na het verstrijken van deze vertraging wordt de
pompomschakeling geactiveerd.
Omschakeltijd tussen de pompen instellen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer
Pump Configuration
Pump Auto Rotation Delay
3. Stel
omschakeltijd) in.
Pump Auto Rotation Delay [pump_del] (Automatische
omschakeltijd)
24 tot 3000 u
6.2.3 - Pompbescherming (antikleeffunctie van
pomp)
De regeling biedt de optie om de pomp elke dag om 14:00 voor 2
seconden automatisch te starten als het apparaat uit staat
(antikleeffunctie van pomp).
De verwarmer van de warmtewisselaar en de waterpomp (voor
eenheden met een pomp) kan worden geactiveerd, zo wordt de
warmtewisselaar of de waterpomp beschermt tegen schade wanneer
de eenheid wordt uitgeschakeld voor een lange tijd bij lage
buitentemperatuur.
Als de eenheid is uitgerust met twee pompen, wordt de eerste pomp
gestart op even dagen en de tweede pomp op oneven dagen. Het
regelmatig starten van de pomp voor een paar seconden verlengt de
levensduur van de pomplagers en de dichtheid van de pompafdichting.
Periodiek starten van de pomp instellen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer
Pump Configuration
3. Stel
Pump Sticking Protection
Pump Sticking Protection [pump_per] (Pomp kleefbescherming)
nee/ja
6.3 - Regelpunt
Het regelpunt vertegenwoordigt de watertemperatuur die de eenheid
moet produceren. Dit maakt het mogelijk de benodigde capaciteit te
verlagen, afhankelijk van de apparaatbelastingsomstandigheden.
regelpunt = actief setpoint + verstelling
Het regelpunt wordt berekend op basis van het actieve setpunt en de
berekening van de setpuntverstelling. De forceerwaarde kan worden
gebruikt in plaats van elke andere setpointberekening, alleen wanneer
de eenheid op netwerkbedrijfstype staat.
6.3.1 - Actieve setpoint
Er kunnen twee setpunten geselecteerd worden, waarvan het eerste
koelingsetpoint normaliter wordt gebruikt tijdens bezette periodes, en
het tweede koelingsetpoint tijdens onbezette periodes. Het derde
koelingsetpoint wordt gebruikt voor ijsopslag (ijsconfiguratie en EMM
SIOB/CIOB vereist).
Setpoint
Beschrijving
Setpoint koelen 1
Bezette periode
Setpoint koelen 2
Niet-bezette periode
Setpoint koelen 3
Setpoint van koeling van ijsopslag
Afhankelijk van de huidige bedrijfsmodus (lokaal/op afstand/netwerk),
kan het actieve setpoint handmatig worden geselecteerd in het
Hoofdmenu in lokale bedrijfstype, met de spanningsvrije
gebruikerscontacten in extern bedrijfstype, met netwerkopdrachten
in netwerkbedrijf, of automatisch met het setpointtijdschema
(schema 2).
(PUMPCONF) (Configuratie pomp).
[pump_del] (Automatische
48 u
(PUMPCONF) (Configuratie pomp).
[pump_per] in op "ja".
ja
Advertenties
Inhoudsopgave
