6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.15 - Master/slave-combinatie (optie 58)
Twee apparaten kunnen aan elkaar worden gekoppeld om een master/
slave-opstelling te creëren. Het masterapparaat kan lokaal, extern,
of door netwerkopdrachten worden geregeld. De master/slave-
opstelling moet worden gevalideerd om het master/slave-bedrijf te
kunnen starten.
Alle regelopdrachten naar de master/slave-opstelling (starten/stoppen,
setpointselectie, capaciteitsverdeling, enz.) worden behandeld door
het apparaat dat is geconfigureerd als de master. De opdrachten
worden automatisch naar de slave-unit verzonden. Als de
masterkoelmachine is uitgeschakeld terwijl de master/slave-functie
actief is, wordt de slavekoelmachine gestopt. Onder bepaalde
omstandigheden kan het slaveapparaat als eerste worden gestart,
om de bedrijfstijden van de twee apparaten gelijk te maken.
In geval van een communicatiestoring tussen de twee eenheden keert
elke eenheid terug naar een autonoom bedrijfstype tot het defect is
hersteld. Als de master-eenheid wordt gestopt vanwege een alarm,
heeft de slave-eenheid toestemming om te starten.
OPMERKING: een master/slave-opstelling kan alleen worden
geconfigureerd door Carrier-servicetechnici.
6.16 - Energie Management Module (optie 156)
De energiebeheermodule (EMM) maakt regeling mogelijk van het
energieverbruiksniveau en voorziet gebruikers van informatie zoals
de huidige apparaatstatus, bedrijfsstatus van compressoren, enz.
Deze optie vereist de installatie van een extra SIOB/CIOB-printplaat.
Beschrijving
Aansluiting
Bezettingsoverbruggingsregeling DI-01, 77-78
Capaciteitsbegrenzingscontact 2 DI-02, 73A-74A Als het contact gesloten is, is de
Externe beveiliging
DI-03, 34A-35A Staat een onmiddellijke
IJsopslag
DI-04, 75-76
Ruimtetemperatuur
AI-01, 71A-72A Actieve setpuntverstelling via
Capaciteitsbegrenzingsregeling AI-10, 67-68
Compressor A
DO-01,
37A1-38A1
Compressor B
DO-02,
37B1-38B1
Koeler stilleggen
DO-06, 30-31
Waarschuwing
DO-05,
30B-31B
Koelmachine draait of is
DO-04,
startklaar
37A-38A
Capaciteit
AO-01, 78+-79- Uitgang capaciteit (0 tot 10 VDC),
DI = Digitale ingang
DO = Digitale uitgang
AI = Analoge ingang
AO = Analoge uitgang
6.17 - HFO (30KAV-ZE)
Het SmartVu
regelsysteem kan ook 30KAV-ZE koelmachines
TM
regelen, d.w.z. 30KAV luchtgekoelde units met R-1234ze koudemiddel
(HFO).
30KAV-ZE koelmachines hebben minder invloed op het milieu dankzij
koudemiddel met een lagere GWP in vergelijking met units met het
standaard R-134a koudemiddel.
46
Opmerkingen
Als het contact gesloten is in de
externe modus, gaat de unit
over in bezette modus
tweede
capaciteitsbegrenzingsschakelaar
actief
stillegging van de unit toe (alleen
externe modus)
Als het contact gesloten is, gaat
de unit in ijsopslagmodus
ruimtetemperatuurregeling
Actieve setpuntverstelling via
capaciteitsregeling (4-20 mA)
Uitgang actief als compressor A
loopt
Uitgang actief als compressor B
loopt
Uitgang gesloten als de unit
gestopt is vanwege een alarm
Uitgang gesloten als de
waarschuwing is geactiveerd
Uitgang gesloten als de
koelmachine startklaar is of
draait
0V = 0% capaciteit en
10V = 100% capaciteit
6.18 - Droge koeler vrije koeling (optie 313)
30KAV-units kunnen worden uitgerust met een droge koeler die bij een
lage buitenluchttemperatuur de koeling van het water voor het
airconditioningssysteem bevordert ("droge koeler met vrije koeling").
De droge koeler wordt niet alleen gebruikt om het koelen van water te
ondersteunen om aan de huidige koelvraag te voldoen maar hiermee
kan ook een lager energieverbruik worden bereikt.
De gebruiksmodus 'Droge koeler met vrije koeling' is ingeschakeld als
de buitenluchttemperatuur ('BLT vrije koeling') lager is dan de
temperatuur van het watersysteem en de geconfigureerde
startdrempelwaarde.
OPMERKING: de temperatuur van het watersysteem van de droge
koeler en de buitenluchttemperatuur voor de vrije koeling die de
regeling meet zijn alleen-lezen waarden die u kunt controleren
in het DC vrije koeling statusmenu (DCFC_STA).
De regeling maakt onderscheid tussen twee typen ventilatorregelingen
voor de optie van een vrije koeling van de droge koeler waarbij het
eerste type gebruikmaakt van ventilator trappen en het tweede type
een toerengeregelde ventilator gebruikt. Ook kan een gemengde
configuratie worden gebruikt (aansturing van vast en variabel toerental
ventilatoren).
De gebruiksmodus 'Droge koeler met vrije koeling' is normaliter
uitgeschakeld als de buitenluchttemperatuur ('BLT vrije koeling') hoger
is dan de temperatuur van het watersysteem en de geconfigureerde
startdrempelwaarde. Als echter is gebleken dat de koelcapaciteit van
de droge koeler onvoldoende is om het koelingssetpunt te bereiken, dan
wordt de mechanische koeling dan gestart (als de capaciteit van de vrije
koeling 100% is, kan de mechanische koeling worden gestart).
6.19 - Warmteterugwinning (optie 49, optie 50)
Warmteterugwinning is een methode voor het gebruiken van energie
die normaliter het systeem verlaat in de vorm van afvalwarmte bij de
condensor. 30KAV-units met de warmteterugwinoptie hebben twee
condensors (een luchtgekoelde condensor die is ingesteld als
standaard en een watergekoelde condensor die wordt gebruikt voor
de warmteterugwinning).
De toevoeging van een warmteterugwincondensor kan het
energieverbruik van de unit significant verminderen en vermindert de
productie van broeikasgassen met een maximale koelmachine-
efficiëntie. De koelmachine met warmteterugwinning wekt hoge druk
koudemiddel op in de condensor waardoor condensorwater met een
hogere temperatuur kan worden geproduceerd.
30KAV koelmachines met SmartVu
twee warmteterugwinningsopties: gedeeltelijk (optie 49) en volledig
(optie 50).
■
Optie 50 totale warmteterugwinning: totale warmte wordt
teruggewonnen voor opwarmen van het warmwatersysteem van
de klant.
■ Optie 49 gedeeltelijke warmteterugwinning: gedeeltelijk wordt
warmte (20%) teruggewonnen voor opwarmen van het
warmwatersysteem van de klant.
De terugwinmodus is actief als de gebruiker deze heeft gekozen en
de geregelde watertemperatuur lager is dan het terugwin setpoint
(SETPOINT – Setpoint Configuration) (Setpoint configuratie).
De warmteterugwinnings-driewegklep zal in eerste instantie het
warmtwatersysteem regelen. Indien nodig wordt de ventilatorsnelheid
van de unit aangepast om het warmteterugwinningssetpoint te
bereiken.
NB: de optie warmteterugwinning mag alleen worden
geconfigureerd door Carrier-service.
regelsysteem beschikken over
TM