Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Onjuiste temperatuur uitgelezen of ingesteld
Onjuiste instelling van kabellengte of kabelkaliber
Defecte sensor
7.2

Alarmmeldingen

Alarmmeldingen bevatten altijd de Naam van de ingang of uitgang zoals gedefinieerd in het menu Instellingen, de
betreffende hardware (type en nummer: S voor sensoringang, D voor digitale ingang, R voor relaisuitgang, A voor
analoge uitgang), en het betreffende alarmtype.
ALARMMELDING HOOG of HOOG-HOOG
Dit alarm wordt gemeld als de geleidbaarheid stijgt tot boven de ingestelde bovengrenswaarden. Als uw
controller is geprogrammeerd voor een alarmrelaisuitgang, dan wordt het alarmrelais bekrachtigd. De
controller gaat door met het meten van de geleidbaarheid, en de uitgangen die gebruik maken van de
geleidbaarheidssensor blijven actief.
Mogelijke oorzaak
Vervuilde sensor
Defecte aftapmagneetklep
Defecte sensor
Fout in de bedrading van de klep of de controller
Geleidbaarheid steeg boven de alarmgrenswaarde
tijdens de biocideblokkering
Verstopte Y-zeef in de aftapleiding
Sporadische periodieke bemonstering
Defect aftaprelais
ALARMMELDING LAAG of LAAG-LAAG
Dit alarm wordt gemeld als de geleidbaarheid daalt tot onder de ingestelde ondergrenswaarden. Als uw
controller is geprogrammeerd voor een alarmrelaisuitgang, dan wordt het alarmrelais bekrachtigd. De
controller gaat door met het meten van de geleidbaarheid, en de uitgangen die gebruik maken van de
geleidbaarheidssensor blijven actief.
Mogelijke oorzaak
De sensor is niet aangesloten
Sensor staat droog
Aftappen vooraf te laag ingesteld
Magneetklep zit vast in open toestand
Defecte elektrode
Fout in de bedrading van de elektrode
Defect aftaprelais
In ketels, verdamping tot stoom
Te veelvuldige periodieke bemonstering
AANGEPASTE MELDING TOESTAND DIGITALE INGANG ("DI STATE")
Een digitale ingang van het "DI State type" kan zodanig worden ingesteld dat een alarmmelding wordt
gegenereerd bij open of gesloten toestand. Deze alarmmelding kan worden aangepast. De meest voorkomende
toepassing is een debietschakelaar.
Mogelijke oorzaak
Geen debiet
Zorg dat de temperatuurgegevens correct zijn
Stel de juiste waarden in
Vervang de sensor
Correctieve maatregelen
Maak de sensor schoon (zie hoofdstuk 6.1)
Repareer of vervang de magneetklep
Vervang de sensor
Corrigeer de bedrading
Laat het normale aftappen doorgaan
Maak de Y-zeef schoon
Vaker bemonsteren
Vervang de vermogensrelaiskaart
Correctieve maatregelen
Opnieuw aansluiten. Controleer de kabelcontinuïteit.
Controleer het T-stuk op verstoppingen. Controleer het debiet.
Pas de plaatsing van de elektrode aan.
Controleer de instelling voor het aftappen vooraf ("pre-bleed")
Repareer of vervang de magneetklep
Vervang de sensor
Corrigeer de bedrading
Vervang het relais
Zorg ervoor dat het leidingwerk is aangebracht volgens het aan-
bevolen montageschema
Minder vaak bemonsteren
Correctieve maatregelen
Controleer de leidingen op gesloten kleppen, verstoppingen, enz.
Controleer de recirculatiepomp.
50

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave