Alarmvertraging
HVAC-modi
Taal
5.4.2
Beveiligingsinstellingen
Uitloggen
Veiligheidsinstellingen
Locaal Paswoord
5.4.3
Display-instellingen
Home 1
Home 2
Scherm Aanpassen
Pieptoon
5.4.4
Hulpprogramma's voor bestanden
Status Bestandstransfer
Exporteer Event Log
Exporteer Systeembestand
Importeer Config Bestand
Voer de tijdsduur in die moet worden afgewacht na inschakeling van de controller
voordat de alarmvoorwaarden als geldig worden beschouwd.
Schakel HVAC-modi voor de koeltoren- en keteltoepassingen in wanneer de relais-
regelingsmodi voor Biocide-timer, Aftappen en toevoeren, Aftappen dan toevoeren
en Sporadische bemonstering noodzakelijk zijn. Schakel de HVAC-modi uit wanneer
deze regelmodi niet nodig zijn en een meer algemene timerregelmodus de Biocide-
timer vervangt.
Selecteer de taal die de software moet gebruiken.
Wanneer de beveiliging is ingeschakeld, en nadat het wachtwoord is ingevoerd, moet
per directe een wachtwoord worden ingevoerd voor de controller voor kalibratie of
om instellingen aan te passen. Zodra het invoeren van wijzigingen is voltooid, meldt u
zich af om ongeoorloofde wijzigingen door anderen te voorkomen. Als u zich niet zelf
afmeldt, dan gebeurt dit automatisch door de controller na tien minuten inactiviteit.
Kies "Enable" (activeren) als u wilt dat een wachtwoord vereist is voor kalibratie
of aanpassen van de instellingen; of kies "Disable" (uitschakelen) als u kalibratie
en aanpassing van de instellingen wilt mogelijk maken zonder wachtwoord. Om de
beveiliging in te schakelen, moet eerst het standaardwachtwoord worden ingevoerd,
vervolgens moet "Enable" worden geselecteerd en dan moet op de bevestigingstoets
worden gedrukt.
Wordt gebruikt om het wachtwoord te wijzigen dat nodig is voor volledige configu-
ratiemogelijkheden wanneer de beveiliging ingeschakeld is. Het lokale wachtwoord
is 5555. Dit kan en moet worden gewijzigd met dit menu wanneer de beveiliging
ingeschakeld is.
(Hoofdscherm 1) Selecteer de ingang of uitgang die moet worden getoond op de
eerste regel van het hoofdscherm.
(Hoofdscherm 2) Selecteer de ingang of uitgang die moet worden getoond op de
tweede regel van het hoofdscherm.
Wijzigt het contrast en de helderheid door de pijltoetsen aan te raken.
(Toetsgeluid) Selecteren "enable" (inschakelen) om een biep te horen telkens wanneer
een toets wordt ingedrukt, of selecteer "disable" (uitschakelen) om deze functie te
deactiveren.
(Status van bestandsoverdracht) Geeft de status weer van de laatste poging om een
bestand te exporteren
(Procedurelogbestand exporteren) Met deze functie slaat u het procedurelogbestand
op een USB-memory-stick op. In dit bestand worden wijzigingen van instelpunten,
kalibraties door gebruikers, alarmmeldingen, veranderingen van de relais-status, de
overdracht van bestanden, enz. geregistreerd.
(Systeemlogbestand exporteren) Met deze functie slaat u het systeemlogbestand op
een USB-memory-stick op. In dit bestand worden wijzigingen van de hardware,
software-upgrades, automatische kalibraties, stroomonderbrekingen, problemen op
systeemniveau, enz. geregistreerd.
Verbreek de voeding naar de controller en sluit een USB-stick aan die de instel-
lingen bevat die u naar deze controller wilt importeren (zie Gebruikersconfigura-
tiebestand exporteren hieronder). Druk op de toets Enter en druk vervolgens op de
bevestigingstoets om die instellingen naar deze controller over te brengen.
46