VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
Bij een onjuist of onbevoegd gebruik van het toestel, kan de
gebruiker, de patiënt of andere personen worden blootgesteld aan
het gevaar van elektrische schokken door een hoog voltage van
het toestel, de invloed van actieve implantaties door magnetische
velden van het toestel en brandwonden door onjuist geplaatste
handset of verkeerde parameters, zoals de behandelduur,
stroomafgifte of gebruiksmodus.
Lees vóór gebruik van het toestel deze instructiehandleiding en
volg alle informatie op die hierin wordt vermeld.
Lees met name de lijst met contra-indicaties. Raadpleeg
"Veiligheidsinstructies" op
pagina 7-12,
pagina 19-20
en "Bijkomende voorzorgsmaatregelen" op
Controleer vóór gebruik van het toestel altijd:
•
Of het toestel goed is aangesloten op de netvoeding.
•
Of de kabel van de handset goed is aangesloten en niet
kruislings is aangesloten (waardoor capacitieve kortsluiting
kan ontstaan).
•
Of alleen accessoires zijn aangesloten die zijn goedgekeurd
door de fabrikant.
•
De handset is geplaatst volgens de aanwijzingen van de
arts (te controleren door de arts of de fysiotherapeut indien
aangebracht door verplegend personeel).
"Contra-indicaties" op
pagina
21.
Praat, voor gebruik van het toestel, met de patiënt om te
controleren of:
•
De patiënt zich tijdens de volledige behandeling in een
comfortabele houding bevindt.
•
De patiënt zich voor en tijdens de behandeling aangenaam
voelt.
•
De patiënt begrijpt wat hij/zij tijdens en na de behandeling
kan verwachten.
Bepaal, voor gebruik van het toestel, het maximale nominale
uitgangsvermogen van de respectievelijke accessoire om
oververhitting van het weefsel te voorkomen.
Controleer op gezette tijden gedurende de behandeling:
•
Of het toestel goed werkt
•
Of de patiënt zich goed voelt.
Vraag na afloop van de behandeling aan de patiënt of hij/zij de
behandeling goed heeft verdragen. Het behandelgebied moet door
een gediplomeerd arts geïnspecteerd worden.
De aangedane lichaamsdelen moeten ontdaan zijn van kleding
tijdens de behandeling, omdat ophoping van vocht op de huid of in
de plooien plaatselijke oververhitting kan veroorzaken van de huid.
Dit is met name belangrijk wanneer de kleding die de patiënt draagt,
gemaakt is van vochtwerende stof, zoals zijde of synthetische vezels.
Het afgiftevermogen moet altijd worden ingesteld volgens de
subjectieve reactie van de patiënt. Wees met name voorzichtig bij
patiënten met een verminderd vermogen voor warmteperceptie.
13
Intelect® RPW