DL-Bus
Sensorcorrectie
Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd" weergegeven.
De waarde van de DL-ingang kan met een vaste differentiewaarde worden gecorrigeerd.
Sensorfout
Deze keuze wordt alleen bij actieve sensorcheck en bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd"
weergegeven.
Bij actieve „Sensorcheck" staat de sensorfout van een DL-ingang als ingangsvariabele van functies
beschikbaar: status „Nee" voor een correct werkende sensor en „Ja" voor een defecte (kortsluiting
of onderbreking). Hiermee kan bv. op het uitvallen van een sensor worden gereageerd.
Worden de standaard drempelwaardes gekozen, dan wordt een kortsluiting bij onderschrijden der
meetgrens en een onderbreking bij overschrijden van de meetgrens weergegeven.
De standaardwaardes voor temperatuursensoren zijn bij kortsluiting -9999,9°C en bij onderbreking
9999,9°C. Deze waardes worden in geval van een fout voor die interne berekeningen gebruikt.
Door een goede keuze van de drempelwaardes en waardes voor kortsluiting of onderbreking kan bij
uitval van een sensor op de verzendknoop aan de regelaar een vaste waarde worden opgegeven,
waarmee een functie in noodbedrijf verder kan werken (vaste hysterese: 1,0°C).
De kortsluitwaarde kan alleen onder de onderbrekingswaarde gedefinieerd worden.
In de Systeemwaardes / Algemeen staat de sensorfout van alle ingangen, CAN- en DL-ingangen ter
beschikking.
DL-digitale ingangen
De DL-Bus is zo voorbereid, dat ook digitale waardes kunnen worden overgenomen. Momenteel be-
staat er nog geen gebruiksmogelijkheid hiervoor.
De parametrering is nagenoeg identiek met die van DL-analoge ingangen.
Onder Meetgrootheid / Gebruikersgedefinieerd kan de weergave voor de DL-digitale ingang in Nee/
Ja worden gewijzigd:
Buslast van DL-sensoren
De voeding en de signaalovergave van DL-sensoren geschiedt samen over een 2-polige leiding. Een
aanvullende ondersteuning van de voeding door een externe adapter (zoals bij de CAN-Bus) is niet
mogelijk.
Door het relatief hoge stroomverbruik van de DL-sensoren dient de „Buslast" in acht te worden geno-
men: De regelaar UVR610 levert de maximale buslast van 100%. De buslasten van DL-sensoren wor-
den in de technische gegevens van de betreffende DL-sensoren aangegeven.
Voorbeeld: De DL-sensor FTS4-50DL heeft een buslast van 25%. Er kunnen daarom maximaal twee
FTS4-50DL aan de DL-Bus worden aangesloten.
45