CAN-Bus
CAN-analoge ingangen
Er kunnen tot 64 CAN-analoge ingangen geprogrammeerd worden. Deze worden door de opgave van
het verzend-knoopnummer en het nummer van de CAN-uitgang van de verzendknoop vastgelegd.
Knoopnummer
Na invoer van het knoopnummer van de verzendknoop worden de verdere instellingen uitgevoerd.
Van het apparaat met dit knoopnummer wordt de waarde van een CAN-analoge uitgang overgeno-
men.
Voorbeeld: Op CAN-analoge ingang 1 wordt van apparaat met het knoopnummer 2 de waarde van
de CAN-analoge uitgang 1 overgenomen.
36