CAN-Bus
Waarde bij time-out
Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd" weergegeven.
Wordt de time-outtijd overschreden, kan worden vastgelegd of de laatst overgedragen waarde („On-
veranderd") of een instelbare vervangingswaarde uitgegeven wordt.
Sensorcorrectie
Deze keuze wordt alleen bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd" weergegeven.
De waarde van de CAN-ingang kan met een vaste waarde worden gecorrigeerd.
Sensorfout
Deze keuze wordt alleen bij actieve sensorcheck en bij meetgrootheid „Gebruikersgedefinieerd"
weergegeven.
Bij actieve „Sensorcheck" staat de sensorfout van een CAN-ingang als ingangsvariabele van functies
ter beschikking: status „Nee" voor een correct werkende sensor en „Ja" voor een defect (kortsluiting
of onderbreking). Daarmee kan bv. op de uitval van een sensor worden gereageerd.
Worden de standaard drempelwaardes gekozen, dan wordt een kortsluiting bij onderschrijden van de
meetgrens en een onderbreking bij overschrijden van de meetgrens weergegeven.
De standaardwaardes voor temperatuursensoren zijn bij kortsluiting -9999,9°C en bij onderbreking
9999,9°C. Deze waardes worden in geval van een fout voor de interne berekeningen gebruikt.
Door een goede keuze van de drempelwaardes en waardes voor kortsluiting of onderbreking kan bij
uitval van een sensor op de verzendknoop aan de regelaar een vaste waarde opgegeven worden,
waarmee een functie in noodbedrijf verder functioneren kan (vaste hysterese: 1,0°C).
De kortsluitwaarde kan alleen onder de onderbrekingswaarde worden gedefinieerd.
In de Systeemwaardes / Algemeen staat de sensorfout van alle ingangen, CAN- en DL-ingangen ter
beschikking.
38