Uitgangsstatus van de analoge uitgangen
Voorbeeld: Als een analoge uitgang meer dan 3,00 V uitgeeft, dan gaat de uitgangsstatus van UIT
naar AAN.
Dient met een analoge uitgang (A7 – A10) tegelijkertijd ook een schakeluitgang mee te worden ge-
schakeld, kan dit alleen door een specifieke programmering worden bereikt.
Voorbeeld: Zodra de uitgangsstatus van de analoge uitgang op AAN gaat, wordt dit AAN-commando
via de logische functie aan de schakeluitgang verder gegeven.
Voor de uitgangsstatus kan worden vastgelegd, of de status AAN boven
of onder een instelbare drempelwaarde dient te worden uitgegeven.
Afhankelijk van de technische eigenschappen van de aangestuurde
pomp kan daarmee de uitgangsstatus zo worden ingesteld, dat deze al-
leen dan op AAN staat, indien de pomp daadwerkelijk loopt.
Uitgangen
21