6.2 Foutmeldingen
Hieronder vindt u een aantal foutmeldingen die op het display van de robotmaaier kunnen worden weergegeven.
Neem contact op met een Husqvarna-vertegenwoordiger bij u in de buurt als dezelfde melding vaak verschijnt.
Melding
Oorzaak
Wielmotor vast, links
Er zit gras of iets anders rond het aandrijfwiel. Controleer het aandrijfwiel en verwijder het
Wielmotor vast,
Er zit gras of iets anders rond het aandrijfwiel. Controleer het aandrijfwiel en verwijder het
rechts
Maaisysteem geblok-
Er zit gras of ander materiaal rond de maai-
keerd
schijf gewikkeld.
De maaischijf ligt in een plas water.
Maaihoogte geblok-
Er zit gras of ander materiaal rond de maai-
keerd
hoogteafstelling gewikkeld of tussen de maai-
schijf en het chassis.
Geen lussignaal
De voeding is niet aangesloten.
De laagspanningskabel is beschadigd of niet
aangesloten.
De begrenzingsdraad is niet aangesloten op
het laadstation.
Begrenzingsdraad gebroken.
De
ECO-modus is geactiveerd en de robot-
maaier heeft geprobeerd om buiten het laad-
station te starten.
De begrenzingsdraad is in de verkeerde rich-
ting om een eiland heen gelegd.
De verbinding tussen de robotmaaier en het
laadstation is verbroken.
Storingen door metalen voorwerpen (hek-
werk, wapeningsstaal) of ondergrondse ka-
bels in de nabijheid.
Vastgelopen
De robotmaaier is ergens in vastgelopen.
De robotmaaier is blijven steken achter een
aantal obstakels.
48 - Probleemoplossing
Actie
gras of ander materiaal.
gras of ander materiaal.
Controleer het aandrijfwiel en verwijder het
gras of ander materiaal.
Verplaats de robotmaaier en neem maatrege-
len om het ophopen van water in het werkge-
bied te voorkomen.
Controleer de maaischijf en de balg rond de
maaihoogteafstelling en verwijder al het gras
of andere materiaal dat vast is komen te zit-
ten.
Controleer de aansluiting op het stopcontact
en controleer tevens of er een aardlekscha-
kelaar is geactiveerd of niet. Controleer of de
laagspanningskabel is aangesloten op het
laadstation.
Controleer of de laagspanningskabel niet is
beschadigd. Controleer tevens of hij correct is
aangesloten op het laadstation en de voe-
ding.
Controleer of de aansluitklemmen van de be-
grenzingsdraad correct zijn aangesloten op
het laadstation. Vervang de connectoren in-
dien ze zijn beschadigd. Zie
draad aansluiten op pagina 20 .
Lokaliseer de plaats van de breuk. Vervang
het beschadigde deel van de lus met een
nieuwe lusdraad en maak een las met behulp
van een originele koppeling. Zie
de lusdraad opsporen op pagina 56 .
Plaats de robotmaaier in het laadstation en
start de robotmaaier opnieuw. Zie
pagina 42 .
Controleer of de begrenzingsdraad is gelegd
volgens de instructies, bijv. in de juiste rich-
Grensdraad op pagi-
ting rond het eiland. Zie
na 16 .
Plaats de robotmaaier in het laadstation en
genereer een nieuw lussignaal, zie
op pagina 32 .
Probeer de begrenzingsdraad te verleggen.
Maak de robotmaaier los en neem de oor-
zaak voor het vastlopen weg.
Ga na of er obstakels zijn die het voor de ro-
botmaaier moeilijk maken om weg te rijden
van deze plek.
De begrenzings-
Breuken in
Starten op
Veiligheid
629 - 001 -