Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doorgangen Tijdens Het Maaien; Hellingen - Husqvarna AUTOMOWER 520 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER 520:
Inhoudsopgave

Advertenties

0 cm / 0"
OPGELET: De begrenzingsdraad mag op het
traject van en naar een eiland niet worden
gekruist.
Obstakels die wel tegen een botsing kunnen, zoals
bomen en struiken hoger dan 15 cm/6 inch, hoeven niet
met de begrenzingsdraad te worden geïsoleerd. De
robotmaaier keert om wanneer hij tegen een dergelijk
obstakel stoot.
Voor een veilige en stille werking is het echter raadzaam
alle vaste voorwerpen in en rond het werkgebied af te
grenzen.
Obstakels met een lichte helling, bijvoorbeeld stenen of
grote bomen met bovengrondse wortels, moeten worden
geïsoleerd of verwijderd. De robotmaaier kan anders op
zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen
beschadigd raken.
3.5.3.1 Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee gebieden bestaat, waarbij
het voor de robotmaaier lastig is om van het ene naar
het andere gebied te gaan, kunt u beter een bijgebied
creëren. Voorbeelden hiervan zijn hellingen van 45% of
een doorgang die smaller is dan 60 cm/24 inch. Leg de
begrenzingsdraad dan rond het bijgebied zodat er een
eiland wordt gevormd buiten het hoofdgebied. De
robotmaaier moet handmatig worden verplaatst tussen
hoofd- en bijgebied wanneer het gras in het bijgebied
moet worden gemaaid.
18 - Installatie
Secondary
area
Main area
Hiervoor moet de bedieningsmodus
gebruikt, omdat de robotmaaier het traject tussen het
bijgebied en het laadstation niet zelfstandig kan
Bedieningsmodus - Start op pagina 42 . In
afleggen. Zie
deze modus zal de robotmaaier nooit op zoek gaan naar
het laadstation, maar gedurende de ingestelde tijd
doorgaan met maaien totdat de accu leeg is. Plaats de
robotmaaier in het laadstation om de accu op te laden.
Als het hoofdgebied direct na het laden moet worden
Start in de Automower
gemaaid, tikt u op
en selecteert u
Hervatten in hoofdgebied .

3.5.3.2 Doorgangen tijdens het maaien

Vermijd lange en smalle doorgangen en zones smaller
dan 1,5 - 2 m/3,2 - 6,5 ft. Dan bestaat het risico dat de
robotmaaier lang in die doorgang of zone blijft rijden.
Het gazon zal er dan geplet uitzien. De smalste
doorgang waar de robotmaaier doorheen kan is 60
cm/24 inch (tussen begrenzingsdraden).
Let op: In doorgangen van smaller dan 2 m/6,5 ft
(tussen begrenzingsdraden) wordt door Husqvarna
aangeraden om een begeleidingsdraad aan te brengen.

3.5.3.3 Hellingen

De robotmaaier kan op hellingen werken. De maximale
helling wordt gedefinieerd als een percentage (%) en
wordt berekend als het hoogteverschil in centimeters per
meter. Binnen het werkgebied kan de robotmaaier
zones met een helling tot 45% maaien. Gebieden met
een grote hellingsgraad moeten met begrenzingsdraad
worden geïsoleerd.
De begrenzingsdraad kan over een helling met een
hellingsgraad van minder dan 15% worden gelegd.
Bijgebied worden
®
Connect-app
629 - 001 -

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Automower 550

Inhoudsopgave