3.17.1.2 Begrenzingsdraad volgen
Als de robotmaaier het signaal van het laadstation niet
kan vinden, gaat hij op zoek naar de
begeleidingsdraden. Als hij dan nog steeds het
laadstation niet kan vinden, kan de robotmaaier de
begrenzingsdraad terug volgen. De aanbevolen
instelling is tussen 10-20 minuten.
3.17.1.3 Begeleidingsdraad volgen
Als de robotmaaier het signaal van het laadstation niet
kan vinden, gaat hij op zoek naar de
begeleidingsdraden. Het wordt aanbevolen om een
korte uitsteltijd te hebben om de tijd te verkorten waarin
de robotmaaier op het grasveld zoekt. Als de
robotmaaier echter altijd gebruikmaakt van de
begeleidingsdraden, bestaat er een groter risico op
spoorvorming dan bij gebruik van het signaal van het
laadstation. De uitsteltijd is gewoonlijk tussen de 0 en 10
minuten. Het is mogelijk om bij alle begeleidingsdraden
dezelfde uitsteltijd te hebben.
Begeleiding > Uitschakelen/Inschakelen
Begeleidingsdraad volgen niet
Normaal gesproken hoeft
te worden uitgeschakeld, ook al is er geen
begeleidingsdraad geïnstalleerd. Als u dit echter toch
wilt uitschakelen, tikt u op de Aan/uit-balk.
3.17.2 Tuindekking
Via dit menu kan de robotmaaier naar afgelegen delen
van een werkgebied worden geleid. Deze belangrijke
functie is bedoeld om een gelijkmatig maairesultaat in
het gehele werkgebied te handhaven. De
standaardinstellingen kunnen voor veel werkgebieden
worden gebruikt. In complexere tuinen kan de werking
worden verbeterd met behulp van enkele van de
onderstaande handmatige instellingen.
3.17.2.1 GPS-navigatie
Tuindekking niet handmatig in te stellen voor
U hoeft
®
Automower
520 en Automower
gebruik van ingebouwde GPS om te controleren welke
gebieden al zijn gemaaid en welke gebieden daarna
moeten worden gemaaid. Automower
Automower
®
550 gaan op die manier automatisch naar
moeilijk te bereiken delen van het werkgebied.
Let op: Er zijn geen handmatige instellingen van Gebied
1-5 noodzakelijk als GPS-navigatie is ingeschakeld.
30 - Installatie
®
550. Deze maken
®
520 en
GPS-navigatie is alleen van toepassing op Automower
®
520 en Automower
550. Nadat de robotmaaier een
aantal dagen in bedrijf is geweest, creëert hij een
plattegrond van het werkgebied. Automower
®
Automower
550 bepalen automatisch de afstanden en
verhoudingen voor lastig te bereiken delen van het
werkgebied.
Let op: Wanneer dezelfde robotmaaier wordt gebruikt
voor twee of meer laadstations die dicht bij elkaar liggen
(buren bijvoorbeeld), kan de gps-geassisteerde
navigatie slechts in één van de werkgebieden worden
gebruikt. Anders kan de digitale plattegrond misleidend
zijn, waardoor de tuindekking van de robotmaaier
afneemt.
3.17.2.2 Gebied 1-5
Er kunnen maximaal 5 afgelegen gebieden worden
ingesteld. Als u de handmatige instellingen wilt
gebruiken, dient u eerst GPS-navigatie uit te schakelen.
Wanneer u GPS-navigatie uitschakelt, wordt de GPS-
kaart automatisch gereset.
1. Tik op de Aan/uit-balk om GPS-navigatie uit te
schakelen.
Let op: Wanneer GPS-navigatie is ingeschakeld, zal
deze functie worden gebruikt zolang er een GPS-service
beschikbaar is – zelfs als er handmatige instellingen
actief zijn. De handmatige instellingen worden enkel
gebruikt als er geen GPS-service beschikbaar is.
Area 1-5 > Inschakelen/uitschakelen
Elk gebied kan worden ingeschakeld/uitgeschakeld
zonder dat de instellingen opnieuw moeten worden
ingevoerd.
1. Tik op de Aan/uit-balk voor Gebied 1-5.
Area 1-5 > Hoe? en Hoe ver?
Selecteer rechts, links of Begeleiding op basis van de
beoogde richting van de robotmaaier. De richting (links
of rechts) geldt wanneer de voorkant naar het
laadstation is gekeerd.
1. Schuif de horizontale balk om te wisselen tussen de
Tuindekking .
instellingen voor
2. Schuif de horizontale balk om de afstand te
veranderen.
Met de standaardinstellingen voor Automower
®
Automower
550 volgt de robotmaaier in 20% van de
gevallen de begeleidingsdraad 300 m/328 yd na het
verlaten van het laadstation. Als de begeleidingsdraad in
werkelijkheid korter is dan 300 m/328 yd, zal de
robotmaaier hem volgen tot het punt waar de
begeleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad.
Area 1-5 > Hoe vaak?
Het aantal keren dat de robotmaaier naar het afgelegen
gebied moet gaan, wordt ingesteld als een percentage
van het totale aantal keren dat hij het laadstation verlaat.
Alle andere keren begint de robotmaaier dicht bij het
laadstation te maaien.
®
®
520 en
®
520 en
629 - 001 -