RUITENWISSER, RUITENSPROEIER ACHTER
3
3
1
Achterruitwisser met
Y
interval afhankelijk van
de snelheid
Contact aan, draai het einde van de scha-
kelaar 1 tot het merkteken 3 tegenover het
symbool staat.
De frequentie van het wissen varieert naar-
gelang de rijsnelheid van de auto.
1.62
2
Achterruitsproeier
p
Contact aan, draai het einde van
de schakelaar 1 tot het merkteken 3 tegen-
over het symbool staat.
Als u de schakelaar loslaat, blijft de achter-
ruitwisser werken.
Bijzonderheid
Afhankelijk van de auto, komt de achterruit-
wisser met interval in werking als u de ach-
teruitversnelling inschakelt terwijl de ruiten-
wissers van de voorruit in werking zijn.
Achterruitverwarming
V
Druk bij draaiende motor op de
toets 2 (het controlelampje in de toets licht
op).
Hiermee worden de achterruit en de buiten-
spiegels elektrisch verwarmd (indien de auto
hiermee is uitgerust).
Uitschakelen:
– automatisch na 10 minuten;
– door de toets 2 opnieuw in te drukken
(het controlelampje gaat uit).
Voordat u de ruitenwisser achter gebruikt
moet u ervoor zorgen dat niets de beweging
van de wisser hindert.
Controleer als het vriest, voordat u wegrijdt,
of de ruitenwissers voor en achter niet aan
het glas zijn vastgevroren. De wissermotor
kan hierdoor te warm worden.
Controleer regelmatig de staat van de rui-
tenwisserbladen. Zodra hun werking af-
neemt moet u ze vervangen, ongeveer eens
per jaar.