Download Print deze pagina

Advertenties

VERLICHTING EN SIGNALEN
1
2
Dimlicht
k
Handbediend
Draai het einde van de schakelaar 1 tot
het symbool zichtbaar wordt bij het merkte-
ken 2.
Op het instrumentenpaneel licht een contro-
lelampje op
Controleer, voordat u in het donker wegrijdt, de werking van de verlichting en stel, indien nodig, de stand van de koplampen af op
de belasting van de auto. Zorg ervoor dat de lichten niet bedekt zijn (vuil, modder, sneeuw, vervoer van voorwerpen waardoor de
lichten niet zichtbaar zijn).
(2/3)

Grootlicht

á
Met dimlichten aan, trekt u de
schakelaar 1 naar u toe (een controlelampje
licht op het instrumentenpaneel op).
Om het grootlicht uit en het dimlicht weer in
te schakelen, trekt u de lichtschakelaar op-
nieuw naar u toe.
Lichten uit
e
Draai de schakelaar terug in de
beginstand.
Waarschuwingssignaal
verlichting brandt nog
Bij het openen van het bestuurdersportier
klinkt een signaal om u te waarschuwen
indien de lichten nog branden, terwijl het
contact is afgezet (de accu wordt dan ont-
laden).
1.57

Advertenties

loading