STUURWIEL
1
Afstellen van het stuurwiel
Afhankelijk van de auto, is de stand van het
stuurwiel in hoogte verstelbaar.
Houd met één hand het stuurwiel vast, trek
aan de hendel 1 en zet het stuurwiel in de
gewenste stand. Zet de hendel omlaag om
het stuurwiel te blokkeren.
Controleer of het stuurwiel goed is vergren-
deld.
Voer, om veiligheidsredenen,
deze afstellingen uitsluitend uit
als de auto stilstaat.
1.52
Laat het stuurwiel niet in een uiterste
stand gedraaid staan als de auto stil
staat.
Bij stilstaande motor of bij een storing in
het systeem blijft het mogelijk het stuur-
wiel te draaien. Er moet meer kracht
gezet worden.
Zet nooit de motor af tijdens het
rijden: bij uitgeschakelde motor
is er geen stuurbekrachtiging.