KINDERVEILIGHEID: keuze van de bevestiging van een kinderzitje
3
De derde ring wordt gebruikt voor het vast-
maken van de bovenste riem van bepaalde
kinderzitjes.
Bevestig de haak van de riem op ring 3 (voor
de plaats achter) of 4 (voor de plaats voor)
en span de riem.
Wijzig niet, na het aantrekken van de riem,
de stand van de stoel waarop het kinderzitje
geïnstalleerd is.
1.32
4
L E V E N S G E VA A R
GEVAAR
VAN
ERNSTIG
LETSEL: controleer voordat
u een kinderzitje op de plaats
van de voorpassagier installeert, of de
airbag wel is uitgeschakeld (raadpleeg
de paragraaf "Kinderveiligheid: uitscha-
kelen, inschakelen van de passagiers-
airbag voorin" in hoofdstuk 1).
De kinderzitjes met harnas vooruit kij-
kend zijn uitsluitend toegestaan als ze
met ISOFIX vastgemaakt zijn en zonder
autogordel.
(3/3)
O F